Pluimveeslachterijen bereiden procedures voor tegen NVWA

Houten – Verschillende pluimveeslachterijen bereiden juridische procedures voor tegen de NVWA. Dat zegt Gert-Jan Oplaat, voorzitter van Nepluvi, de vereniging van de Nederlandse pluimveeverwerkende industrie.

De slachterijen zijn boos over uitbreiding van de hygiëne-controles aan de slachtlijn, waarbij dieren van de lijnen gehaald moeten worden voor inspectie en slachtlijnen langzamer moeten lopen.

“Als dit de bedoeling is, betekent het dat er slachterijen gesloten zullen moeten worden”, zegt Oplaat. Naast de kosten die het vertragen van de slachtlijnen met zich meebrengen, worden er volgens hem boeterapporten van tienduizenden euro’s uitgedeeld door de NVWA. De controles zijn onderdeel van het verbeterplan van toezicht op de vleesketen, dat is opgesteld na de verschillende vleesfraudeschandalen. Het strijdpunt tussen de slachterijen en de NVWA ligt volgens Oplaat in een onderdeel van de hygiënecode die dateert uit 2004, over zogenoemde fecale bezoedelingen op karkassen. Eerder ging dit om het feit dat er geen mest op de karkassen aanwezig mag zijn, nu vallen onder bezoedeling ook andere zaken. Een vliesje van een gerstekorrel op een karkas zou onder de nieuwe norm tot forse boetes leiden. De Nepluvi-leden zijn het er niet mee eens dat deze normen zonder overleg ineens gewijzigd zijn.

Volgens Oplaat leeft er onder zijn leden het gevoel dat de NVWA bedrijven over de rand van de afgrond wil drukken. Gesprekken bij de NVWA over het onderwerp zijn tot nu toe vruchteloos geweest. De nieuwe aanpak zou onderdeel van een pilot zijn, die sinds zes weken voor alle pluimveeslachterijen geldt. Welke slachterijen concreet procedures voorbereiden, wil Oplaat niet zeggen, maar volgens hem gaat het om verschillende toonaangevende slachterijen. Nepluvi vertegenwoordigt onder andere de twee grootste pluimveeslachterijen in Nederland: Plukon en 2 Sisters Storteboom.