PluimveeNieuws

Boetes en taakstraffen voor teveel aan kippen

Arnhem – De rechtbank Gelderland veroordeelt een broederij en drie leghennenhouders tot geldboetes en de leidinggevenden tot werkstraffen.

De rechtbank acht bewezen dat de bedrijven in samenwerking met de broederij door middel van valsheid in geschrifte meer kippen hielden dan was toegestaan.

De broederij uit Babberich krijgt een boete van €150.000, conform de eis van het Openbaar Ministerie (OM), omdat facturen vals werden opgemaakt om het de pluimveehouders gemakkelijker te maken meer hennen te houden dan was toegestaan. Daarnaast zijn de beide directeuren van de broederij veroordeeld tot taakstraffen van 240 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk. De rechter ging niet mee in de eis van het OM om ook voorwaardelijke celstraffen aan de directeuren op te leggen omdat zij niet eerder strafrechtelijk werden veroordeeld.

De drie pluimveehouders zijn ten dele schuldig bevonden. De rechtbank acht het bewezen dat de bedrijven meer hennen hielden dan was toegestaan op grond van hun pluimveerechten, waardoor zij de Meststoffenwet overtreden, maar noemt het niet bewezen dat hierdoor eieren onder verkeerde labels zijn verkocht, aangezien de verdachte pluimveehouders konden aantonen dat hun hokken aan de Europese normen voldeden, en het OM geen onderzoek aan deze hokken had verricht. De leghennenhouders uit Leveroy (L.), Haule (Fr.) en Landhorst (N.-Br.) hebben boetes opgelegd gekregen van respectievelijk €39.000, €31.000 en €23.000. Fors minder dan de eis van het OM, die geldboetes eiste tussen de €50.000 en €100.000. Daarnaast zijn de pluimveehouders veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk.

De broederij en drie pluimveehouders moesten voor de rechter verschijnen omdat zij ervan verdacht werden fraude te plegen door eieren als scharrel- of vrije-uitloopei te verkopen terwijl deze niet aan de eisen hiervoor voldeden. De pluimveehouders zouden namelijk meer kippen in hun stal hebben gehouden dan waarvoor zij pluimveerechten hadden en dan er op stalcertificaten gemeld werden. De broederij zou volgens het OM in de onderzochte periode, van 2009 tot 2011, aan circa 120 pluimveehouders zo’n 550.000 hennen meer hebben geleverd dan dat er op facturen vermeld werden. De drie pluimveehouders voerden aan dat het willekeur was dat zij als enige uit deze grote groep pluimveehouders vervolgd werden.

Naast de rechtszaak is het OM ook een ontnemingsprocedure gestart. Dit houdt in dat de bedrijven de extra winst die zij door de vermeende fraude zouden hebben gemaakt mogelijk moeten terugbetalen. Volgens OM ging dit om een bedrag van ruim €1.000.000. Desgevraagd laat het OM weten geen reden te zien om deze procedure te stoppen, aangezien de bedrijven schuldig zijn bevonden aan fraude. Volgens advocaat Maurice Stassen, die één van de leghennenhouders vertegenwoordigt, vervalt door de vrijspraak wat betreft eierfraude echter de berekening over de vermeende winst. Hij ziet vooralsnog dan ook geen redenen om nog in hoger beroep te gaan, aangezien het belangrijkste doel wat hem betreft bereikt is: vrijspraak wat betreft het frauderen met eieren. Een uitspraak in de ontnemingsprocedure ziet hij met vertrouwen tegemoet. “Dezelfde rechters zullen daar naar kijken. De uitkomst laat zich raden,” aldus Stassen Het OM laat weten het vonnis te gaan bestuderen en zich vervolgens te beraden of zij in hoger beroep gaan.

Beheer
WP Admin