LEI somber over inkomsten legpluimveehouders

Wageningen – Leghennenhouders krijgen al twee jaar een prijs fors onder de kostprijs. Vooral scharrelkippenhouders hebben moeite het hoofd boven water te houden.

Dit schrijft het LEI in de Agri-Monitor. Het instituut, onderdeel van Wageningen UR, is somber over het perspectief voor het komende halfjaar.

Het overaanbod van scharreleieren veroorzaakt de lage uitbetalingsprijzen. Ondanks de fors toegenomen vraag naar scharreleieren in Duitsland, waar een groot deel van de Nederlandse eieren worden afgezet.

Volgens het LEI, dat van zo’n dertig van de ongeveer zeshonderd leghennenbedrijven in ons land de technische en economische cijfers verzamelt, kampten legpluimveehouders in 2011 en 2013 met gemiddeld negatieve inkomens. Daardoor konden sommige legpluimveehouders een nieuw koppel jonge hennen niet betalen, werden hennen langer aangehouden of geruid. Ook werden koppels hennen van pluimveehouders die door de aanhoudend lage eierprijzen niet aan hun betalingsverplichtingen konden voldoen, eigendom van de kuikenbroederij en voerleverancier. De eierhandel is gevraagd om snelle betaling, veevoerleveranciers om uitstel van betaling. Enkele bedrijven zijn al failliet verklaard. Sommige daarvan zijn door de bank verkocht, andere zijn opgekocht door een investeerder, die de pluimveehouder de gelegenheid biedt om het bedrijf te huren.

Het lopende jaar laat nog weinig verbetering zien. Uit berekeningen van het vakblad Pluimveehouderij blijkt dat gemiddeld in de eerste jaarhelft de NOP-richtprijs – voor veel pluimveehouders de basis voor de uitbetaling – voor kooieieren een schamele 7 cent per 100 stuks meer was dan de gemiddelde prijs in de eerste zes maanden van 2013. Bij scharreleieren lag de gemiddelde NOP-richtprijs over alle klassen, wit en bruin, bijna drie dubbeltjes lager dan in dezelfde periode vorig jaar.

Het LEI verwacht een langere periode van lage eierenprijzen en betitelt het perspectief voor de komende maanden als slecht. Pluimveehouders zullen samen met de bank en ketenpartners een oplossing moeten zoeken. Dat zal lastig worden, aldus het LEI, want banken zijn juist terughoudend met extra financiering van tekorten en aankoop van jongen hennen.