Kwart export pluimveevlees valt weg

Londen – Door de vogelgriepuitbraken valt een kwart van de Nederlandse pluimveevleesexport weg. Die uitvoer vertegenwoordigde vorig jaar een waarde van €1,9 miljard.

Dat berekende het persbureau Reuters. Nederland is volgens Reuters veruit de grootste pluimveevleesexporteur van Europa. Frankrijk is nummer 2 in de Reuters-ranglijst met een uitvoer van €1,1 miljard. Het Verenigd Koninkrijk was in 2013 de belangrijkste Europese afnemer van Nederland pluimveevlees met een waarde van €530 miljoen. Daarna volgt Duitsland met een afname van €450 miljoen. Frankrijk neemt voor €210 miljoen af, België voor €110 miljoen en Ierland voor €100 miljoen.

Naast pluimveevlees exporteert Nederland ook levend pluimvee. De waarde daarvan was bijna €360 miljoen in 2013 volgens Reuters. Daarmee is Nederland niet de grootste exporteur binnen de EU. Dat is Duitsland met een waarde van bijna €600 miljoen. Dat land is bovendien de belangrijkste koper van Nederlands levend pluimvee met een waarde van €160 miljoen, gevolgd door België met €100 miljoen. Naar derde landen gaat voor bijna €81 miljoen. Dat is dus 22,6 procent van de totale Nederlandse uitvoer van levend pluimvee.

Het zo snel mogelijk opengaan van de grenzen van landen buiten Europese landen is dus van levensbelang voor de Nederlandse pluimveevleessector. Door de uitbraken van vogelgriep sluiten de meeste landen buiten Europa meteen hun grenzen voor Nederlandse pluimveeproducten. De Nederlandse pluimveevleessector is zeer afhankelijk van de export naar derde landen. De schade van grenssluitingen is daardoor groot volgens voorzitter Jan Odink van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (Nepluvi).

Nederland exporteert jaarlijks zo’n 900.000 ton pluimveevlees. Daarbovenop komt nog eens 450.000 ton via import uit het buitenland. Dat betekent dat Nederland een beschikbare hoeveelheid van 1,35 miljoen ton heeft. Nederlandse consumenten eten 350.000 ton pluimveevlees per jaar. Daarna resteert nog een hoeveelheid van 1 miljoen ton voor export.

Van de totale Nederlandse export gaat een kwart naar derde landen. Die sluiten meteen hun grenzen bij de eerste uitbraak van vogelgriep voor minimaal drie maanden. Dat vlees moet dus op de Europese markt blijven of de diepvries in en levert daardoor minder geld op. “Bij een prijsdaling van 20 cent per kilo komt de schade van grenssluitingen van derde landen uit op €12,5 miljoen in drie maanden. De prijsdaling kan nog groter uitvallen. Bovendien sluiten sommige landen buiten Europa hun grenzen langer dan drie maanden. Dat kan soms jaren duren”, stelt Odink.

Naast de geringere opbrengst van pluimveevlees in Europa als gevolg van het wegvallen van de export naar derde landen, zijn de gewichten van pluimveevlees ook te hoog. “Dat levert ook nog eens extra schade op. Samen met alle beperkende bepalingen, verliezen Nederlandse pluimveevleeslachterijen in totaal €10 miljoen per week. We overwegen daarvoor een schadeclaim in te dienen bij de Nederlandse overheid”, stelt Odink.