NVP: ophokplicht in risicovolle periodes

Den Haag – De Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) pleit voor een verplichte ophokplicht in risicovolle periodes. Gert-Jan Oplaat, voorzitter van de NVP, heeft dat standpunt ingenomen tijdens het basisoverleg naar aanleiding van de uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza in Hekendorp.

De uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza (H5N8) in Hekendorp is waarschijnlijk in een heel vroeg stadium onderkend. Dat concludeert Oplaat op basis van de gegevens die zijn verstrekt tijdens het basisoverleg tussen ministerie van Economische Zaken en het pluimvee-bedrijfsleven. Oplaat is op grond van de eerste gegevens voorzichtig optimistisch over het verdere verloop van de uitbraak.

Tijdens het basisoverleg heeft het ministerie uitgelegd wat de stand van zaken is bij de bestrijding van vogelgriep in Hekendorp. Dat bij twee naburige bedrijven (waarvan één leegstond) geen virus is aangetroffen, stelt gerust. Bij andere bedrijfsmatig gehouden pluimvee is op dit moment voor zover bekend geen sprake van klinische verschijnselen.

Daarmee onderscheidt zich deze uitbraak van de uitbraak in februari 2003, toen tegelijkertijd bij zes verschillende bedrijven ernstige symptomen van vogelpest werden geconstateerd. Nu bleven de verschijnselen beperkt tot één van de zes stallen van hetzelfde bedrijf.

Oplaat bepleit de verplichte instelling van een ophokplicht in risicovolle periodes. “De wetenschappers moeten maar bepalen wat risicovolle periodes zijn”, zegt de NVP-voorzitter. Oplaat maakt zich ernstige zorgen over het feit dat het virus is aangetoond in het wild. Hij ondersteunt de suggestie die tijdens het basisoverleg is gedaan, om onderzoek te doen in vogelpoep rond het getroffen bedrijf.

Oplaat gaat ervan uit dat de Europese Unie snel de grenzen weer zal open stellen, als de uitbraak in de kiem is gesmoord. De vraag is wat landen buiten de EU doen.