PluimveeNieuws

‘EU-monitoring wilde vogels onbetrouwbaar’

Weybridge – De Europese monitoring naar vogelgriep onder (dode) wilde vogels is onder de maat en niet betrouwbaar. Dat zegt Ian Brown van het Britse veterinair instituut. Sinds 2006 is het aantal geteste vogels van 60.000 per jaar afgenomen tot minder dan 10.000 in Europa.

Brown zegt dat de autoriteiten er niet op kunnen vertrouwen dat met dit systeem een besmetting onder wilde vogels snel wordt opgepikt. Hij heeft die waarschuwing uitgesproken in een bijeenkomst van het permanent comité voor de diergezondheid van de Europese Commissie.

In Duitsland gaan stemmen op om meer onderzoek te doen naar met name wilde vogels. Brown vraagt zich af of dat in de huidige situatie zinvol is. Onderzoek onder wilde vogels kan wel meer kennis opleveren over de mate van verspreiding en de manier waarop dat gaat, maar het voegt niets toe aan de maatregelen die genomen moeten worden.

Brown vraagt zich af wat het ministerie van Economische Zaken in Nederland zou doen als een besmetting in een wilde vogel zou worden gevonden, ver buiten een van de beschermingsgebieden.  “Er is dan eigenlijk geen juridische basis voor het treffen van maatregelen.  Het beste wat een pluimveehouder kan doen, is ervan uitgaan dat elke vogel buiten het virus bij zich kan hebben.  Hij moet zorgen dat hij de juiste hygiënische maatregelen neemt om het virus buiten de deur te houden.”

Het Europese monitoringsysteem is in het leven geroepen na de uitbraken van H5N1 in Europa. De veronderstelling is nu dat het H5N8-virus mogelijk minder sterfte onder vogels veroorzaakt. Een aanwijzing daarvoor is het feit dat de ene wintertaling in Duitsland waarin het virus gevonden is, nog leefde.

Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft ondertussen besloten de monitoring onder wilde vogels te intensiveren. In 2013 had Nederland 262 vogels getest, terwijl Nederland volgens de eigen opgave aan de Europese Commissie een doelstelling had van 1.000 geteste vogels per jaar. Duitsland en België testen veel meer dan hun doelstelling. De Europese Unie betaalt mee aan de monitoring.

In Nederland zijn in verband met de huidige uitbraak inmiddels 500 wilde eenden van kooikers onderzocht. Hoogpathogeen virus is daarbij niet aangetroffen, wel laagpathogene virussen. Binnen het 10-kilometergebied rondom Hekendorp is vogelpoep verzameld, dat wordt onderzocht op het het virus. Verder worden voorbereidingen getroffen om kleine zwanen, knobbelzwanen, wilde eenden en meeuwen te gaan testen. Dat gebeurt door het Erasmus Medisch Centrum, in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Sovon.

Beheer
WP Admin