CVI traceert potentiële route vogelgriepvirus

Lelystad – Wetenschappers van het Centraal Veterinair Instituut hebben een mogelijke route beschreven hoe het H5N8-virus vanuit Zuidoost-Azië in Europa zou zijn gekomen. Volgens hen zou de grote boosdoener de wintertaling zijn.

Uit waarnemingen van de Vogelbescherming blijkt dat deze eendensoort dit jaar onder andere op meerdere plaatsen bij Alphen aan de Rijn is gesignaleerd, vlakbij het dorp Ter Aar waar de tweede vogelgriepuitbraak werd ontdekt. De wintertaling trekt in het broedseizoen naar Siberië. Hier trekken ook andere watervogels naartoe, onder andere uit Zuidoost-Azië.

Het H5N8-virus is in Zuid-Korea aangetroffen bij wilde vogels, onder andere bij Siberische talingen en bij de wilde eend. Ook is hetzelfde virus aangetroffen bij Fluitzwanen in Japan en in een Duitse wintertaling, die vlakbij de uitbraak in Mecklenburg-Voor-Pommeren werd aangetroffen. Deze vogelsoorten trekken onder andere naar broedplaatsen in Siberië in het broedseizoen. Daar zou volgens de CVI-onderzoekers uitwisseling en verspreiding van het vogelgriepvirus plaatsvinden.

Na het broedseizoen trekken de vogels naar Zuidoost-Azië en Europa om te overwinteren, waar zij mogelijk lokale watervogels besmetten. Op deze manier zou hetzelfde griepvirus in zowel Japan en Zuid-Korea kunnen opduiken als aan de andere kant van de wereld, in Duitsland, Engeland en Nederland.