PluimveeOpinie

Dreiging vogelgriep zet pluimveehouderij voor dilemma

De vogelgriep van afgelopen winter is wonderwel beperkt gebleven tot een aantal min of meer geïsoleerde bedrijven. Er is alarm geweest, er zijn bedrijven geruimd, er is leed geleden maar het is geen echte dierziektecrisis geworden. Gelukkig maar.

Maar daarmee is het verhaal niet uit voor de pluimveehouderijsector. Steeds duidelijker wordt dat het gevaar van vogelgriep – hoog- én laagpathogeen – voortdurend loert vanuit de natuur. Onderzoek van het CVI spreekt boekdelen: bedrijven met uitloop hebben een vele malen groter risico op (laagpathogene) besmetting. Die dreiging is er bovendien het hele jaar door. Daarbij vormen wilde watervogelsoorten met het laagpathogene virus onder de leden een constante bedreiging van bedrijven in waterrijk gebied. Sinds dit jaar weten we dat het hoogpathogene virus via smienten de halve aardbol rond kan reizen.

Deze vraag wordt steeds urgenter: wat te doen met buitenkippen? Is pluimveehouderij met buitenuitloop nog wel houdbaar of moet die beperkt worden tot bepaalde gebieden? Een nog lastiger vraag is: in hoeverre is het nog verantwoord om professionele pluimveehouderij in een water(vogel)rijk gebied te hebben? Er zijn al geluiden dat dit maar afgelopen moet zijn.

Er zijn nog onderzoeken onderweg, maar deze vragen dringen zich nu al op. Laat de pluimveehouderijsector zelf met antwoorden komen, voordat andere partijen drastische en ongewenste ‘oplossingen’ opleggen. Grootschalige ruimingen op regelmatige basis vormen een schrikbeeld. Het is zaak dat te voorkomen.

Beheer
WP Admin