Salmonella-besmette koppels vleeskuikens moeten aan het eind van de slachtdag worden geslacht en het vlees moet worden gegaard, waar eigenlijk geen afzet voor is.<br /><em>Foto: Koos Groenewold</em> PluimveeAchtergrond

Salmonella op bedrijfsniveau aanpakken

Door het aanpakken van bedrijfsproblemen kan salmonella in de pluimveevleesketen verder worden teruggedrongen, bepleit Plukon-manager René Welpelo.

Salmonella is een groter probleem geworden voor de pluimveevleesketen, sinds Europese verordeningen vanaf 2010/2011 voorschrijven dat bereid vlees (bijvoorbeeld gekruid of gemarineerd) vrij moet zijn van alle salmonellatypen en dat bij naturel pluimveevlees in elk geval Salmonella enteritidis en S. typhimurium niet aanwezig mogen zijn. Door die verordeningen is het vlees van koppels die met salmonella besmet zijn moeilijk af te zetten. René Welpelo, kwaliteitsmanager bij de Plukon Food Group (Nederlands grootste pluimveevleesverwerker), ging in op de problematiek tijdens het Pluimveesymposium Vlees in Eersel.

“Voor S.e./S.t.-positieve koppels hebben we eigenlijk geen markt”, zei Welpelo. Producten moeten worden gegaard, waarna er eigenlijk geen afzet meer voor is. Dat kost 40 cent per kilo levend gewicht, vertelt de kwaliteitsmanager. Het vlees mag bovendien niet voor bereidingen worden gebruikt en levert logistieke inefficiëntie op. Een ander probleem is dat salmonella-uitbraken vaak in ‘wolkjes’ voorkomen, ziet Welpelo. Dit kan voor vleeskuikenconcepten of bijvoorbeeld in het BBQ-seizoen grote gevolgen hebben voor het beschikbare aanbod. Wordt salmonella aangetoond in een partij vlees, dan betekent dit financiële- en reputatieschade.

Ongeveer 2% van koppels salmonella-positief

Bij Plukon zijn nu op jaarbasis ongeveer 2% van de koppels salmonella-positief, per maand zo’n 30 koppels. De helft van die besmettingen is op persistentie bedrijven, in de andere helft gaat het om incidenten. “Volledig salmonella-vrij is een utopie”, denkt Welpelo. “Maar 1% salmonella in de keten is mogelijk door alle bedrijfsproblemen op te lossen.”

Monitoring in de keten is gericht op het zo vroeg mogelijk opsporen en aanpakken van de besmetting. Welpelo: “Als je wacht wordt het probleem steeds moeilijker aan te pakken.”

Succesfactoren

Plukon weigert nieuwe vleeskuikenbedrijven die willen leveren, als die besmet zijn met Salmonella java of S. infantis, tenzij het bedrijf van tevoren wordt gesaneerd. Een onpopulaire maatregel, vindt Welpelo, vanwege de enkele weken leegstand en de hoge kosten. Maar wel één met een succeskans van boven de 50%, een jaar na dato gemeten.

Succesfactoren zijn onder meer de motivatie en betrokkenheid van de pluimveehouder, tijdsduur van de aanpak en ondersteuning van erfbetreders. Wie salmonellaproblematiek op zijn bedrijf wil aanpakken moet het wel in één keer goed doen, benadrukt Welpelo. “Anders hoef je het niet te doen.”

Beheer
WP Admin