‘Risico H7N7 voor Nederland niet in te schatten’

Hoewel er normaal weinig vogelgriepuitbraken in de zomer zijn, is het hoogpathogene H7N7-virus binnen twee weken in twee buurlanden aangetroffen. De weersomstandigheden zijn ongunstig.

Na Engeland werd maandag bevestigd dat ook in Duitsland een bedrijf besmet is met hoogpathogene vogelgriep. In beide gevallen ging het om een H7N7 stam. Eerder dit jaar werden al laagpathogene varianten van het H7N7-virus op commerciële bedrijven in Engeland, Duitsland en Nederland aangetroffen. Het H- en N-eiwit van het hoogpathogene virus dat in juli in Engeland werd aangetroffen heeft bovendien een 94 procent overeenkomst met H7N7 type dat in 2003 voor veel ellende zorgde, zo geeft pluimveedierenarts Teun Fabri van de Gezondheidsdienst voor Dieren aan.

Weersomstandigheden erg ongunstig

Volgens hem geven de uitbraken in Duitsland en Engeland aan dat het H7N7-virus binnen de populatie van wilde vogels circuleert, hoewel onduidelijk is bij welke vogelsoort dit is. “Zolang niet is vastgesteld in welk type wilde vogel het virus aanwezig is, is het risico voor Nederland niet in te schatten,” aldus Fabri. Wel noemt hij de weersomstandigheden momenteel erg ongunstig, dat wil zeggen: regenachtig, veel wind, veel bewolking en relatief lage temperatuur. Normaal raken er in de zomer nagenoeg geen pluimveebedrijven besmet met AI. Dit komt omdat het virus in vogelpoep eerder afsterft door uitdroging en Uv-straling. Voor directe besmetting tussen vogels onderling maakt dit weinig verschil; die kan altijd plaatsvinden.

Mutatie van laag- naar hoogpathogeen

Het H7N7-virus dat rondwaart lijkt bovendien van laag- naar hoogpathogeen te muteren op pluimveebedrijven. Bij de uitbraak in het Engelse Preston zou hier sprake van zijn geweest. Maar ook in het Duitse Emsland is deze optie al voorzichtig geopperd, omdat eerder dit jaar de laagpathogene variant van het virus in dezelfde regio opdook. De laagpathogene H7N7-stam die eerder dit jaar in Engeland werd aangetroffen, zou bovendien overeenkomen met een stam die in 2008 al muteerde bij een pluimveekoppel in Engeland.

Zorg voor goede hygiëne en blijf alertheid

Het H7N7-virus gedraagt zich echter niet anders dan andere laagpathogene vogelgriepvirussen zegt Fabri. “Elk van de LPAI-virussen kan door mutatie veranderen in een hoogpathogene variant.” De GD wijst op het groot belang van goede hygiëne, alertheid van pluimveehouders, en het voorkomen van contacten met wilde vogels en ongedierte. Fabri: “In de regio’s waar de uitbraken zijn vastgesteld is de aanwezigheid van HPAI in wilde vogels niet uit te sluiten.”