PluimveeAchtergrond

Amerikaanse kippenhouders aan de ketting

Hoe vrij zijn Amerikaanse pluimveehouders die onder contract vleeskuikens mesten voor Tyson en Pilgrim’s Pride? Zijn ze geketend en monddood gemaakt? Het welzijn van boeren – nee, dit keer níet dat van kippen – gaat de laatste tijd over tafel bij de grote Amerikaanse media.

Gemeten naar productie gaat het uitstekend met de Amerikaanse vleeskuikensector. In een kwart eeuw is de productie verdubbeld tot 160 miljoen dieren per week. Maar als we zanger Willie Nelson en de Britse komiek John Oliver moeten geloven, hebben de boerenfamilies knap weinig in te brengen.

Onder de armoedegrens

Veel pluimveehouders leven rond of onder de armoedegrens. Waar een boer zo’n 34 dollarcent krijgt per vleeskuiken, steken verwerkers als Tyson, Perdue, Pilgrim’s Pride en Koch Foods 3,23 dollar in hun zak. De verwerker is eigenaar van de kip, de boer slechts verzorger. Deze vier verwerkers hebben samen een marktaandeel van 57 procent. Erger: ze dulden geen tegenspraak.

Gedwongen om te investeren

Boeren worden gedwongen steeds te investeren rond hun stallen, terwijl dat bij aanvang nooit is verteld. Diep in de schulden hebben de meeste contractanten geen andere keus. Onder boeren “bestaat een cultuur van angst”, schrijft Nelson samen met het Democratische Congreslid Marcy Kaptur in de Washington Post. Wie durft te klagen over oneerlijke omstandigheden wordt gestraft met mindere kwaliteit voer en kuikens.

Boeren worden gemangeld

John Oliver deed er in zijn HBO-show Last Week Tonight nog een schepje bovenop. Hij toonde Amerikaanse tv-kijkers stukjes documentaire uit ‘Share Croppers’ en ‘Under Contract’ waarin boeren vertellen hoe ze zijn gemangeld. En hij gaf de National Chicken Council onderuit de zak nadat een woordvoerder de armoede wegwuift: “Armoedegrens? Ach, welke grens bedoelt u? Er is verschil tussen de armoedegrens in New York en in Mississippi of Alabama.”

Volgens de National Chicken Council zet Oliver een veel te gekleurd beeld neer. Grote integraties zouden zich wel degelijk inzetten voor gezamenlijk succes voor boer en verwerker. ,,Driekwart van de boeren is tevreden met hun verwerker”, haalt de Council een recente studie aan.

Klagers mag de mond niet worden gesnoerd

De ophef heeft in elk geval tot één succesje geleid. In wetgeving voor het Amerikaanse landbouwministerie USDA is voor het eerst opgenomen dat de overheid boeren zal beschermen die over hun situatie willen spreken. Kortom: klagers mag niet langer de mond worden gesnoerd. De verwerkende industrie had die verordening jarenlang weten tegen te houden.

Beheer
WP Admin