PluimveeAchtergrond

NVP gaat voluit voor belang pluimveesector

De Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) bestaat tien jaar. De organisatie viert maandag zijn tienjarig jubileum. Zonder de NVP had de pluimveehouderijsector er minder goed voorgestaan, vindt voorzitter Gert-Jan Oplaat.

Oud Kamerlid Gert-Jan Oplaat is voorzitter van de NVP sinds het voorjaar van 2008. Hij volgde toen de plotseling overleden oprichter en voorzitter Ad Kon op. De NVP is een belangrijke factor in de belangenbehartiging voor de pluimveehouderij, vindt hij.

Wat was tien jaar geleden de reden om de NVP op te richten?

“Die reden was dezelfde als bij de oprichting van de andere sectorale vakbonden. Als sectororganisatie kan je de belangen beter behartigen dan de brede organisatie LTO die steeds rekening moet houden met de diverse belangen van de verschillende sectoren. Wij kunnen sneller schakelen en de zaken lopen over minder schijven.”

Kunt u voorbeelden noemen waar die NVP-aanpak zoveel beter is?

“Kijk maar naar de recente discussie over de dierrechten en de derogatie. De pluimveesector is als wisselgeld gebruikt in die discussie. Wij hebben steeds rechtstreeks de politiek benaderd en er tegen geageerd. Bij LTO zag je dat minder. Daar moesten ze steeds rekening houden met de belangen van de melkveehouderij. Onze hoop is nu wel dat de staatssecretaris toezeggingen gaat doen dat bedrijven die alles netjes voor elkaar hebben en voldoen aan de nieuwste eisen een vrijstelling krijgen voor investeringen in dierrechten.”

“Een ander voorbeeld is de discussie over het Diergezondheidsfonds. De pluimveesector staat voor een bedrag van 32 miljoen aan de lat. En dat is veel meer dan de andere sectoren op moeten brengen. Ook daar dreigde de pluimveesector als wisselgeld te worden gebruikt. Wij hebben daarover flink stampij gemaakt en daarin uiteindelijk ook LTO/NOP meegekregen. Het gevaar dreigde dat er anders een akkoord was gekomen waarin de pluimveesector veel te veel moest betalen.”

Hoe groot is de NVP?

“We hebben nu zo’n vierhonderd leden die 42 procent van de pluimveestapel in bezit hebben. Gemiddeld hebben ze 1,8 locaties per pluimveehouder. Als je ervan uit gaat dat er in de toekomst naar verwachting zo’n 1.100 tot 1.200 pluimveebedrijven overblijven, moge duidelijk zijn dat we bestaansrecht hebben.”

Hoe zit het bestuurlijk in elkaar?

“De organisatiestructuur is aangepast. De regio’s zijn opgeheven en we werken nu met sectorale commissies voor de leg, de vermeerdering en de vleeskuikensector. We zijn nog op zoek naar een vermeerderaar die in het bestuur plaats wil nemen. In de verschillende sectorcommissies wordt de koers bepaald. Daar wordt bepaald wat er gebeurt.”

De NVP roept steeds dat ze graag wil komen tot één organisatie, dus een fusie met NOP/LTO.

“Dat geldt nog steeds. Maar dan wel onder de voorwaarde dat die organisatie voluit kan gaan voor het pluimveebelang zonder rekening te houden met de andere belangen. Zo’n nieuwe club hoeft ook niet NVP te heten en ik zelf wil ook geen sta-in-de-weg zijn.”

Een verwijt dat nog wel eens klinkt is dat jullie te populistisch zijn; eerst een grote mond zonder het waar te maken.

“Daar herken ik me niet in. Wij kunnen juist snel schakelen en opereren. De oprichting van Avined als opvolger voor het productschap was bijvoorbeeld ons idee. We hebben met Eric Hubers overlegd en we waren er snel uit. Later sloten Nepluvi en Anevei aan. Dat is juist onze kracht. Wij kunnen snel en actief opereren en dat zal zo blijven.”

Beheer
WP Admin