PluimveeAchtergrond

Vleeskuikensector voelt zich dupe van problemen legsector

De vleeskuikenssector voelt de problemen van de compartimentering. De sector hoopt op versoepeling van de maatregelen deze week.

Met de invoering van de compartimentering past Staatssecretaris Sharon Dijksma rigoureuze maatregelen toe om de vogelgriep te bestrijden. Vooral voor de vleeskuikensector en de broederij- en vermeerderingssector heeft de maatregel enorme impact. Maar vervelend is ook dat de compartimentering niet wordt begrepen in andere EU-lidstaten. Het feit dat Nederland geen transport van het ene naar het andere compartiment toestaat, zet België aan geen producten uit Nederland te importeren. Het argument: jullie leggen zelf beperkingen op aan het vrije verkeer binnen het eigen land, waarom zouden wij dan jullie dieren moeten accepteren.

Volgens voorzitter Jan Odink van de Nepluvi had Nederland kunnen volstaan met de instelling van de 3- en 10-kilometerzones om besmette en verdachte bedrijven. “De compartimentering die Nederland ingevoerde, is volgens de Europese wetgeving overbodig.” Odink betreurt het de resultaten van de screening van de 34 bedrijven in de omgeving van het besmette bedrijf in Kamperveen niet tijdig bekend waren. Als de uitslagen er eerder waren, was dat een argument geweest tegen compartimentering.

Volgens directeur Peter Poortinga van vleesverwerker Plukon heeft het ministerie een ‘monster’ gecreëerd en is het lastig om er op een goede manier vanaf te komen. De dierenwelzijnsproblemen in de zuidelijke C-regio zijn groot. Poortinga vindt dat het ministerie er beter aan had gedaan om een groot buffergebied in te stellen, van West-Nederland tot aan de Veluwe, de Noord-Veluwe en de Gelderse Vallei. Zeeland, Limburg, Zuidoost-Brabant, Zeeland en de noordelijke provincies hadden in de ogen van Poortinga vrij kunnen blijven. “Iedereen had dat begrepen en het was in lijn geweest met de maatregelen die in Duitsland en Engeland zijn doorgevoerd na de vondst van H5N8 op enkele bedrijven.” Ook vindt de Plukon-directeur dat de zuidelijke gebieden en Noord-Nederland snel vrijgegeven kunnen worden, nu het ernaar uitziet dat er geen verdenkingen zijn.

De vleeskuikensector voelt zich bovendien slachtoffer van problemen die spelen in de legsector. Vleeskuikenbedrijven kennen een hoge omloopsnelheid. Vleeskuikens zijn in zes weken tijd slachtrijp en gaan naar de slachterij. Stallen komen leeg en worden gereinigd en ontsmet. Er is dan ook nog nooit een vogelgriepbesmetting aangetoond op een vleeskuikenbedrijf, zo stelt zowel Odink als Poortinga. Ook dat is een argument om bepaalde regio’s eerder vrij te geven, omdat er vooral vleeskuikenbedrijven zitten. Bovendien is het transport vooral één op één naar slachterijen. Voor het Gelderse Valleigebied met vooral legbedrijven kan een ander regiem gelden.

Beheer
WP Admin