Onzekerheid over de toekomst is slopend voor boeren. – Foto: Matthijs Verhagen AlgemeenColumn

‘Boeren verdienen kans op bestaanszekerheid’

Boeren waren vroeger een vanzelfsprekendheid. Nu zijn ze de kop van Jut. Onzekerheid over de toekomst is slopend.

Vrijwel elke dag bezoek ik boerenbedrijven. Zo was ik onlangs samen met een studiegroep op een groot melkveebedrijf. Er stonden zes melkrobots opgesteld. De ruim 300 koeien werden probleemloos zeker drie keer per dag gemolken. Kijkend vanuit de skybox hadden we een perfect overzicht op de veestapel. Er heerste rust. Het was er netjes. Alles lag er strak bij. Een paar keer per dag werden de mest en het voer automatisch aangeschoven. Duidelijk was dat alles gericht is op efficiëntie, dierwelzijn, een hoge productie en economisch rendement. Niet iedereen is geschikt om een dergelijk bedrijf te leiden. Het moet bij je passen, je moet dit willen. De boer als manager.

In gedachten dwaal ik dan wel eens af naar vroeger. Dan zie ik mezelf als jochie weer zitten tussen de rammelende bussen in de kar die rustig achter de trekker aanhobbelde. Het was melkerstijd. De koeien verzamelden zich rond de weidewagen. De emmer met lijnkoeken – die je van de rechthoekige plakken afbrak – hing met een strotouw om je schouder. Zo kon je de koeken makkelijk in de bekken van de koeien schuiven. De koeien werden met de ketting die om de horens vastzat aan de weidewagen vastgezet. In het midden van de weidewagen was een houten hokje. Daar stonden de Pettermotor en de vacuümpomp in. De boer slingerde de motor letterlijk aan en kuchend kwam het ding tot leven, een rustig monotoon gepruttel uitstotend.

‘Vroeger was alles beter’

De koeien stonden in een kring om de weidewagen heen stil te wachten tot ze gemolken werden. Eerst worpelen (voorbehandelen), dat was een klus voor de jeugd. Dat deed je met een oude klamme doek die je van tijd tot tijd in de sloot even uitspoelde. Dan de eerste stralen eruit melken en daarna sloot de boer de melkmachine aan. Fijne momenten waren dat, zittend op je melkblok tegen het warme koeienlijf aan. Het is inmiddels bijna een halve eeuw geleden en het lijkt nu wel of dat leven toen in een vertraging zat: een langzamere wereld dan de huidige realiteit. De boer als vanzelfsprekendheid.

Je kunt soms de neiging hebben terug te verlangen naar hoe het eens was. ‘Vroeger was alles beter’, zeggen mensen weleens. Of dat ook echt zo is, laat ik hier even in het midden, maar de neiging naar die uitspraak snap ik wel. Als je dan kijkt naar de positie waar bijvoorbeeld veel melkveehouders in gedreven worden, dan maak ik me best wel zorgen. De verstrekkende gevolgen van het wijzigen van regelgeving en beleid gaan velen niet in de koude kleren zitten. De boer als de kop van Jut.

‘Mooier kunnen we het niet maken’, en makkelijker helaas ook niet. Wat misschien hoopgevend is, is het feit dat er op steeds meer plaatsen in het land initiatieven ontstaan om agrarisch ondernemers geheel of gedeeltelijk kosteloos te ondersteunen. Die ondersteuning in de vorm van een begeleidingstraject verzacht wellicht niet de pijn die de verandering in de sector met zich meebrengt, maar kan in veel gevallen wel het zicht op de toekomst helpen duidelijk te krijgen en de regie weer te gaan voelen. Want niets is zo slopend als in onzekerheid blijven. De boer verdient respect en een reële, haalbare kans op bestaanszekerheid. Daar moeten we naartoe.

Beheer
WP Admin