Melkprijs dupeert Nederlands mechanisatiebedrijf

Uit een Europees onderzoek van de overkoepelende Europese dealerorganisatie Climmar blijkt dat de Nederlandse dealers het in het eerste half jaar van 2017 niet best doen.

In het eerste half jaar van 2017 is de gemiddelde omzet van een Nederlandse dealer gedaald, net als in Frankrijk en Zwitserland. De daling werd vooral veroorzaakt door een lagere omzet in nieuwe machines én minder omzet in de werkplaats. In diezelfde periode zag het overgrote deel van de Europese dealers zijn omzet wel stijgen.

Onzekerheid onder melkveehouders

Volgens Jelle Bartlema, algemeen secretaris van Climmar en branchemanager bij Fedecom, is het vooral de onzekerheid onder de (melk)veehouders waardoor de omzet daalde. Die onzekerheid werd veroorzaakt door de lage melkprijs en die ijlde lang na door de onzekerheid rondom fosfaatrechten. Overigens: de Nederlandse mechanisatiebedrijven verwachten wel een betere omzet in de tweede helft van 2017 en daarna.

Een gemiddelde Nederlandse dealer draait een omzet van € 3 miljoen en heeft 9,4 mensen in vaste dienst. Een gemiddelde Europese dealer haalt 56% van zijn omzet uit de verkoop van nieuwe trekkers en machines, 15% uit de handel van tweedehands machines en 17% uit de verkoop van onderdelen. Gemiddeld komt er 9% omzet uit de werkplaats, oftewel de uren van de monteurs.

Binnen Climmar zijn bijna 19.000 landbouwmechanisatiebedrijven verenigd uit zestien Europese landen. Bij die 19.000 mechanisatiebedrijven zijn zo’n 155.000 mensen werkzaam.