MechanisatieNieuws

Pilot: NIRS op mestoplegger

Doetinchem (Gld.) – Gehaltes meten in mest met een sensor voor infrarood licht (NIRS) geeft direct een uitslag. Ideaal voor mest uitrijden, nog meer welkom bij mesttransport. Maar een hele toer om het praktijkrijp en betaalbaar te krijgen. Drie Nederlandse bedrijven testen in de praktijk hoe nauwkeurig het is.

Nederland loopt voorop in het registreren van meststromen. Sinds 2006 is ook automatische monstername van elk mesttransport vereist. Het grote nadeel: opsturen en laboratoriumanalyse duurt (te) lang. Nabij-infrarood spectroscopie, kortweg NIRS, kan een oplossing zijn. Een sensor meet realtime de NPK-gehalten en het drogestofpercentage van de mest op basis van honderden metingen per vracht. Direct na het laden krijgt de chauffeur al de gehaltes. De akkerbouwer weet nu exact wát hij laat aanvoeren.

Bottleneck: data voor ijklijnen

NIRS biedt potentieel alle partijen (veehouder, mesthandel/distributie, akkerbouwer) voordelen. Echter, geen enkele individuele partij heeft dusdanig voordeel dat hij de investering van €20.000 tot €30.000 rond kan rekenen. En er is een bottleneck: de ontwikkeling van goede ijklijnen. Hoe vertaal je de signalen van de NIRS-sensor voor elke mestsoort in nauwkeurige, betrouwbare gehaltes?

Drie Nederland spelers onderzoeken dit nu, Eijkelkamp, D-Tec en Veenhuis. Ze hebben opleggers met testapparatuur op de weg. Ze zijn optimistisch om al snel goede ijklijnen te vinden. Onderzoekslaboratorium BLGG is voorzichtiger. Ondanks al zijn expertise met NIRS en statistiek in héél veel voermonsters, is het BLGG na 18.000 referentiemetingen nog niet gelukt om goede ijklijnen voor mest te ontwikkelen.

Lees alles over deze potentieel revolutionaire ontwikkeling in de jongste editie van TREKKER: nummer 324, het septembernummer.

Beheer
WP Admin