Getrokken spuit met zelfrijdertechniek

Challenger gaat getrokken spuiten bouwen. Nu bouwt het merk in Grubbenvorst (L.) alleen zelfrijdende RoGator 600-spuitmachines. Er zijn volgens productmanager Jim Ubaghs diverse redenen een getrokken machine te ontwikkelen.

Moederconcern Agco wil full-liner worden, en daarin past een getrokken spuit prima. De productie kan daarbij snel gerealiseerd worden, want na het afstoten van de TerraGator-bemesters vorig jaar stond in Grubbenvorst nog assemblageruimte leeg.

Grote markt

Van klanten, die gecharmeerd waren van Challenger-spuittechniek, maar de zelfrijder nog te duur vinden, kwam marktvraag naar een getrokken versie. Daar ligt een grote markt. Jaarlijks worden in Europa naar schatting zo’n 1.200 zelfrijdende spuiten verkocht. Het aantal verkochte getrokken spuiten bedraagt circa 7.000.

Challenger hoopt nu ook een hap uit die taart te kunnen nemen. Challenger richt zich vooral op het luxere segment dat circa 4.300 verkochte spuiten op jaarbasis behelst, waarin bijvoorbeeld ook Amazone, John Deere en Dammann acteren. De prijs zal concurrerend zijn.

Beweeg uw muis over de afbeelding voor meer informatie.

Vier modellen

In 2014 bouwde Challenger een eerste prototype en testte dit uitgebreid. In 2015 werden nog enkele prototypes gebouwd en getest. Challenger zal op de komende Agritechnica de RG-serie officieel voorstellen. Er komen vier modellen. Het kleinste model wordt de RG333 met een tank van 3.300 liter; de RG344 krijgt een 4.400 litertank. De twee grootste modellen hebben een 40 centimeter langer chassis; de RG355 heeft een tank­inhoud van 5.500 liter en de RG366 van 6.600 liter. De RG366 blijft het grootste model, omdat hogere aslasten voor enkel­assers niet zijn toegestaan.

In 2016 start de productie van de nulserie van de twee kleinste modellen. In 2017 komen deze in serieproductie. In 2018 start de serieproductie van de twee grotere modellen.

De RG-serie maakt gebruik van dezelfde componenten als de Rogator-zelfrijder, zoals de vultrechter. Achter een paneel schuilen opbergvakken en een opklaptafeltje.

Leentjebuur RoGator-zelfrijder

Half juli zag Boerderij een RG344-prototype in een perceel net gezaaide bonen bij Grubbenvorst. Om de productiekosten laag te houden, maken de zelfrijder en getrokken spuit zo veel mogelijk gebruik van dezelfde componenten, zoals vultrechter, leidingwerk en boomophanging.

De machine is net als de zelfrijder opgebouwd op een enkelebalkchassis. Dat maakt een maximale stuuruitslag van 35 graden van de fuseebesturing mogelijk. Dat voorkomt ook bij scherp draaien naloop, constateren we in het bonenveld. Er passen 2,05 meter hoge banden onder.

De as is geen vaste as, maar een modulair opgebouwde as met tussenstukken. Vering ertussen kan ook.

Typische zelfrijdertechniek

De spuit beschikt over techniek die normaal alleen op zelfrijders zit. Zo heeft de RG344 een hydraulisch aangedreven centrifugaalpomp voor vullen en spuiten met een capaciteit van 800 liter per minuut. Deze zit vlak onder de tank linksonder bij de vulopening, zodat de zuigleiding slechts 0,5 meter is en de pomp door de zwaartekracht positief gevoed wordt. Er is geen drukregelaar. Het toerental van de spuitpomp regelt het debiet, en daaruit volgt de spuitdruk.

Wie een trekker heeft met te weinig oliecapaciteit of zonder load sensing, kan als optie tegen meerprijs een aftakasaangedreven oliepomp met oliereservoir bestellen, die de hydraulisch aangedreven spuitpomp aandrijft. Oliepomp en olie­reservoir zijn dan in de dissel geïntegreerd, waar bij andere merken de membraampompen zijn geplaatst.

 

Tweede typische zelfrijdertechniek is de modulair opgebouwde as in plaats van een vaste as. Door extra tussenstukken tussen de BPW-asstompen en het chassis kan de spoorbreedte aangepast worden als een volgende gebruiker een andere spoorbreedte wenst. Tijdens het spuitseizoen even snel de spoorbreedte aanpassen is niet mogelijk. Dat vergt te veel sleutelwerk.

Individueel geveerde wielen

Spoorbreedtes van 1,50 tot 2,25 meter zijn mogelijk. Optioneel kan als astussenstuk een parallellogram met veercilinder gemonteerd worden, zodat elk wiel individueel is afgeveerd, net als bij de RoGator-zelfrijder. Individueel geveerde wielen op getrokken spuiten zijn uniek. De concurrenten passen alle geveerde vaste assen toe.

Standaard beschikt de RG300-serie over een schoonwatertank (400 liter) boven de dissel. Als optie past achterop tussen de hefarmen, net als bij de zelfrijder, een tweede schoonwatertank (500 liter).

De trekhaak kan als onder- of bovenaanspanning worden gemonteerd, en is eenvoudig om te wisselen.

 

Arag-doppen

De spuit is voorzien van elektrisch afsluitbare Arag-doppen. De doppen worden nog niet individueel afgeschakeld, maar in secties van 1 meter. Elke dop afzonderlijk op gps afschakelen is technisch mogelijk, maar om goed zonder over- of onderlap af te schakelen is dan wel RTK-precisie nodig. Bij 1 metersecties volstaat het minder precieze, gratis Egnos-gps-correctiesignaal.

Gps schakelt de de doppen per twee uit, Dit komt bij deze getrokken spuit neer op secties van 1 meter.

Challenger biedt in eerste instantie alleen volledig Isobus-bediende spuiten aan, die via de Isobus-trekkerterminal zijn te bedienen. Bij ontbreken van een Isobus-terminal in de trekker, levert Challenger het C3000 Agco-bedieningsscherm. Ook een joystick is leverbaar.

 

Te smal voor Nederland

De tweedelig inklapbare aluminium spuitbomen komen van Pommier. Het korte chassis krijgt bomen tot 30 meter breed, het lange chassis tot 36 meter. Nederlandse boeren ervaren dat als te smal. Tweedelig inklapbare bomen zijn constructief smal, zodat de spuit ingeklapt smaller is dan 2,55 meter, een Europese eis die in 2025 ingaat en in Frankrijk al verplicht is.

Omdat Frankrijk en Duitsland grotere markten zijn dan Nederland, wegen hun eisen voor Challenger zwaarder dan de Nederlandse vraag naar grotere werkbreedtes. Over de grens is 27 meter de meest verkochte werkbreedte.