MechanisatieAchtergrond

Lite-Trac SS2400: zelfrijdende pootcombi met forse capaciteit

Groot, groter, zelfrijder. Die theorie hingen meerdere fabrikanten in het verleden aan. Soms een succesverhaal, maar vaak ook een faliekante mislukking. Valkuilen waren het hoge eigengewicht, de beperkte inzetbaarheid en/of de beperkte meercapaciteit ten opzichte van de investeringssom. Wijnen Machines probeert het nu met een zelfrijdende pootmachine. Boerderij zag de eerste machine aan het werk. Hoe goed is die Lite-Trac?

Als basisvoertuig importeert Wijnen Machines in Reusel (N.-Br.) de Lite-Trac uit Engeland. Eigenaar Bram Wijnen voorziet de machine zelf van een zware hefinrichting. Hierin hangt een zelfgebouwd opklapbaar pootframe waar de gebruiker pootelementen van een willekeurig merk in kan hangen. Voor transport klappen de buitenste elementen compact boven de middelste vier. De demo-Lite-Trac was opgebouwd met AVR-pootelementen.

Zelfrijder nu geschikt voor zwaarder werk

De Engelse fabrikant Lite-Trac bouwt jaarlijks zo’n 25 zelfrijders. Deze lijken qua bouw sterk op het onderstel van een zelfrijdende spuit, maar schijn bedriegt. Onderhuids heeft de Lite-Trac namelijk geen hydrostaat, maar een powershiftbak die het motorvermogen van 191 kW (260 pk) op de grond brengt. Dit maakt de machine, samen met het hoge chassis, geschikt voor zwaarder werk.

Eerder bouwde Wijnen al een Challenger RoGator om tot kalkstrooier. Deze is echter niet geschikt om mee te poten.

Samen met een klant kwam Wijnen op het idee de Lite-Trac om te bouwen tot een zelfrijdende pootmachine. Grote telers vroegen al langer om een machine waarmee zij met meer capaciteit en minder bodemdruk konden poten. Wijnen zag het antwoord in een zelfrijder.

De planter blijkt een multifunctionele machine

Een zelfrijdende planter kan niet uit voor zes weken per jaar, dus bouwde Wijnen een multifunctionele Lite-Trac. “In de hef hangt de pootmachine en de tienkuubs bunker bevat 7 ton aardappelen”, zegt Wijnen. “Maar de gebruiker kan zo een kunstmeststrooier aankoppelen en 10 ton kunstmest meenemen.”

Overigens levert de Engelse fabrikant zelf ook nog een spuitopbouw met 8.000 liter rvs-tank en 48 meter brede aluminium Pommier-bomen. Wijnen gaat deze zomer testen met een opgebouwde hooglosser in de conserventeelt.

Een kolossaal lichtgewicht

De Lite-Trac mag dan kolossaal ogen met zijn hoge bunkeropbouw, zwaar is de machine niet. Met een volle brandstoftank weegt hij als zelfrijder 9 ton, dat is zeker niet meer dan een standaardtrekker met vergelijkbaar vermogen. Dit is tevens het grote verschil met andere systeemtrekkers die fors zwaarder zijn, zoals de Claas Xerion.

Voor een goede gewichtsverdeling bouwde Wijnen de bunker met losband direct tegen de cabine aan. Ultrasoonsensoren sturen de bunkerband automatisch aan en vullen de pootmachine steeds met kleine hoeveelheden bij. Vanuit de centrale middenbunker distribueren transportbandjes het pootgoed naar de buitenste elementen. De chauffeur heeft er geen omkijken naar. Zo is slechts 500 kilo pootaardappelen onderweg naar de pootelementen. Dat beperkt het gewicht in de hef en de piekdruk op de achteras.

In de hef hangt de pootmachine met standaardpootelementen van AVR, die per twee stuks hydraulisch aangedreven worden.

Frame geschikt voor elk merk pootelement

Het frame is overigens voor elk merk pootelement op maat te maken. Voor transport klappen de buitenste elementen boven de middelste vier. Tussen kleinere percelen kan de combi zich snel verplaatsen en toch zelf pootgoed meenemen. Dat spaart een medewerker met kipper.

De grote bunker komt tijdens de demo goed van pas, er wordt 45-50 Bintje-pootgoed op 30 centimeter afstand gepoot. Dat is ruim 3 ton per hectare. Met een rijsnelheid van 6 kilometer per uur en vlot bijvullen is de capaciteit meer dan 2 hectare per uur.

De eerste stap is goed en er is ruimte voor verbetering

Wijnen wil, gezien de krachten die op de Lite-Trac komen, alle loopwielen achter de poter dubbel uitvoeren. De gps-aansturing moet hij eveneens nog aanpassen aan de vierwielbesturing van de Trac. Nu zwenkt de pootmachine te veel uit bij een stuurcorrectie. Daarom rijdt de combi nu met provisorische markeurs.

Wijnen ziet het enthousiasme groeien nu de demoversie in het veld te zien is. Het is volgens hem niet ondenkbaar dat een van de bekende fabrikanten het concept overneemt en de machine in de eigen kleuren gaat vermarkten.

Nu groeien naar 294 kW (400 pk)

De huidige opzet is slechts een tussenstap. Wijnens doel is straks achtrijig te poten en dat te combineren met grondbewerking. Met slechts een hydraulisch aangedreven aftakas is dat met de huidige Lite-Trac niet mogelijk. Wijnen: “De Engelse fabrikant legt de Trac deze zomer opnieuw op de tekentafel. Ook hij ziet de potentie in onze toepassing als pootmachine. Het doel is om dan de hefinrichting al in de fabriek op te bouwen. Nu al zeker is dat het motorvermogen groeit naar 294 kW (400 pk).”

De Lite-Trac 2.0

Fabrikant Wijnen wil in de 2.0-versie van de Lite-Trac een fronthef en mechanische aftakassen voor en achter. Met een wespentaille in het chassis kan de gebruiker dan met een frontfrees op dubbellucht cultuurwielen poten.

Wat vindt Boerderij?

PLUS

– Goede gewichts- c.q. bodemdrukverdeling

– Forse capaciteit, multifunctioneel

– Relatief licht, veel pk’s per kilo



MIN

– Slecht (direct) zicht naar achter

– Beperkte transmissie

– (Nog) geen aftakassen



Valt de fabrikant straks in de aloude valkuil van te duur en te zwaar, of gaat de Lite-Trac juist aan de vraag van grote telers naar meer pootcapaciteit voldoen? De tijd zal het leren. Maar dat de honger naar capaciteit er is, is een feit.

Techniek van de Lite-Trac SS2400, zelfrijdende pootmachine

Motor: Cummins QSB 6.7, 194 kW (260 pk)

Transmissie: Dana 36000 powershiftautomaat, koppelomvormer, lockup 6V,3A

Aandrijving: Permanente 4wd, vierwielgestuurd

Vering: 4-balg luchtgeveerde 15-tons assen

Remmen: Hydraulische schijfremmen

Hefinrichting achter: 10 ton vermogen.

Hydrauliek: drietraps pomp, optie 2 x Eaton LS-pomp op motor-pto. (2×90 l/min)

Banden: 800/70 R38 met luchtdrukwisselsysteem

Wielbasis: 3.644 mm, lengte: 7.400 mm

Gewicht: 4.420 kg vooras, 3.780 kg achteras, totaalgewicht: 30 ton

Prijs: vanaf € 200.000

Info: Wijnen Machines, Reusel



Alternatieve machines

Echte alternatieven zijn er niet, buiten de getrokken achtrijige pootmachines. Op basis van een Xerion zijn wel zelfrijders gebouwd. Zo gebruiken aardappeltelers Dion en Daniel 
Feiter in Gereonsweiler (D.) een pootcombi op basis van hun Claas Xerion Saddle Trac. Hierop is een grote bunker gebouwd. In de hef hangt een Lemken-rotorkopeg met achtrijige opgebouwde Grimme-poottechniek.



Beheer
WP Admin