Rechter: natuurgronden ten onrechte uitgezonderd van steun

Boeren met grond in natuurgebieden hebben ten onrechte te weinig Europese steun gehad. Dat stelt het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB).

Volgens het CBB heeft het ministerie van Economische Zaken ten onrechte bepaalde natuurgronden uitgesloten van rechtstreekse betalingen.

Landbouwgronden

Het ministerie heeft bijvoorbeeld steun uitgesloten voor landbouwgronden in duin- en kwelderlandschap en schor of kwelder. Tegen die regels kwamen Friese, Gelderse en Zeeuwse boeren in het geweer. Zij liepen steun mis, doordat hun gronden in provinciale plannen waren aangeduid als gronden die weliswaar voor landbouw gebruikt kunnen worden, maar ook een andere functie of bestemming heeft.

Volgens de Europese regels komen alleen gronden voor steun in aanmerking, als ze als landbouwgronden worden beschouwd of in elk geval overwegend voor de landbouw worden gebruikt. Het ministerie meent dat natuurbeheer van landbouwareaal met natuurbeheertypen geen landbouwactiviteit is. De rechter maakt daar korte metten mee.

Verschillende beheertypen

Volgens het College van Beroep voor het Bedrijfsleven is onduidelijk waarom sommige beheertypen (nat schraalland, vochten weidevogelgrasland) niet worden uitgezonderd van subsidie terwijl andere gronden (rivier- en moeraslandschap, schor en kwelder, zilt- en overstromingsgrasland) daarvan wel worden uitgezonderd. “Bij al deze beheertypes gaat het (…) mede om grasland”, aldus de rechter, die oordeelt dat het lastig is een onderscheid te maken tussen normale landbouwactiviteiten en soortgelijke activiteiten in aangewezen natuurgebieden.