Van Dam wil geen extra dierwelzijnseisen bij warm weer

Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken wil geen extra eisen opleggen voor de veehouderij in geval van zomers weer. De Partij voor de Dieren vroeg hierom tijdens een debat in de Tweede Kamer. Van Dam zegt dat de zorg voor de dieren de verantwoordelijkheid van de veehouder is.

De PvdD gebruikte het verantwoordingsdebat over de jaarresultaten van het ministerie van Economische Zaken om moties in te dienen over dierenwelzijn. Volgens Frank Wassenberg van de PvdD laat Van Dam kansen liggen om het dierenwelzijn te verbeteren, nu er een diervriendelijke meerderheid in de Tweede Kamer is. PvdD diende moties in voor vervolgonderzoek naar het kalf bij de koe, een verbod op diertransporten bij een buitentemperatuur van 28 graden Celsius of hoger en het verzoek om met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek te gaan over de mogelijkheden om beschutting te plaatsen in weilanden. Van Dam ontraadde alle moties. Hij is met de melkveehouderij en het Louis Bolk instituut in gesprek over het onderzoek naar het houden van kalf bij de koe en of het nodig is om vervolgonderzoek te doen.

Taak van transporteur

Een algeheel verbod op diertransporten bij hoge temperaturen ziet Van Dam niet zitten. Hij vindt het de verantwoordelijkheid van de transporteur om ervoor te zorgen dat de dieren goede zorg krijgen tijdens het transport. Ook de suggestie om met de gemeenten in gesprek te gaan over de mogelijkheden om beschutting te bouwen in weilanden ziet Van Dam niet zitten. Dat is een zaak van gemeenten en de ondernemer zelf, aldus de staatssecretaris.