EU verliest gevoelige zaak over Amerikaanse bio-ethanol

De EU moet de torenhoge antidumpingheffingen op bio-ethanol uit de VS schrappen. Dat heeft het Hof van Justitie van de EU bepaald.

De EU kan nog in hoger beroep gaan, waardoor de heffing van 9,5% op de biobrandstof voorlopig wordt gehandhaafd. De EU had bedrijfsspecifieke heffingen moeten instellen en geen algemene heffing moeten instellen, aldus de rechters.

Waar de EU vooral een grote producent van biodiesel is, wordt in de VS vooral bio-ethanol gemaakt. Het land is met Brazilië met afstand leidend op de wereldwijde ethanolmarkt. De VS maakt 10 keer zoveel ethanol voor brandstof dan de EU, schrijft persbureau Agra Europe.

De heffing werd in 2013 ingesteld, omdat de Amerikanen volgens de Europese Commissie onder de binnenlandse kostprijs product op de Europese markt zouden ‘dumpen’. De Commissie onderzocht de zaak na klachten van de lobbygroep van de ethanolsector, ePure. De regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) waar zowel de EU als VS lid van zijn, verbieden dumping en staan strafmaatregelen toe.

Verkeerde methodologie voor bepalen strafheffing

Volgens het gerecht heeft de EU zowel volgens de EU- en WTO-regels een verkeerde methodologie gebruikt om de strafheffing te bepalen. De vijf bedrijven die de Commissie heeft onderzocht zijn Platinum Ethanol, Plymouth Energy Company, Marquis, Patriot Renewable Fuels en Poet, dat in de biobrandstoffenwereld met het Nederlandse DSM samenwerkt.

ePure zegt in een reactie dat de legitimiteit van de antidumpingheffingen niet in twijfel wordt getrokken.