FAO: landbouwbeleid alleen is te kortzichtig

Met ouderwets landbouwbeleid alleen kan de uitdijende wereldbevolking straks niet worden gevoed. Landbouwbeleid moet worden gecombineerd met beleid voor milieu en volksgezondheid. Dat zei directeur-generaal José Graziano da Silva van de Wereldvoedselorganisatie FAO tijdens een forum in Brussel.

De Braziliaan wees erop dat statistische gegevens voor veel landen en regio’s eenvoudigweg ontbreken of ontoereikend zijn. “Goede informatie op landelijk of regionaal niveau is cruciaal. De problemen en prioriteiten verschillen sterk per land of regio.”

De overheid moet helpen goede data genereren, aldus Graziano da Silva, maar bedrijven vullen volgens hem de leemte al deels op. Als bedrijven instappen met bijvoorbeeld meteorologische informatie, moet gewaarborgd blijven dat ook armere boeren – 80% van de armen is boer – kunnen meeprofiteren.

Landbouw- en plattelandsontwikkeling

Hij is optimistisch dat binnen 15 jaar honger kan worden uitgebannen, maar voedsel zal voor de armen niet noodzakelijkerwijze veilig en voedzaam zijn. “Het houdt niet op met het uitbannen van honger alleen.” Landbouwontwikkeling is volgens hem niet los te zien van plattelandsontwikkeling – het creëren van een leefbaar platteland. “Deze agenda is nooit afgemaakt.”

Een leefbaar platteland is noodzakelijk om jonge, getalenteerde mensen te motiveren in de landbouw of aanverwante sectoren actief te blijven. Het is ook belangrijk, omdat boeren zonder een goede internetverbinding, opslagen en wegen niet in staat zijn met de juiste en laatste informatie te boeren en hun product op een veilige manier naar de markten in de grote steden te brengen.

Graziano da Silva benadrukte dat intercontinentale handel belangrijk blijft, maar dat de sleutel tot het ontwikkelen van een levendige landbouw in de derde wereld toch vooral ligt in het ontwikkelen van lokale markten. “We moeten voorbij de grote handelsgewassen denken. Het gaat er vooral om dat een overschot van een bepaald product in een klein dorp in de stad vlakbij kan worden verkocht.”

De stap naar de lucratieve wereldmarkt is voor veel kleinschalig werkende boeren volgens de FAO-voorman eenvoudigweg te groot.