Foto: Mark Pasveer AlgemeenNieuws

Agrarisch inkomen in 20 jaar 4% gedaald

De gestegen productiviteit heeft zich niet vertaald in een hoger inkomen voor boer- en tuinder.

Het productievolume is in de periode 1995-2016 met 24% gestegen, het inkomen per arbeidsjaar is in dezelfde periode gedaald met 4%, ondanks de stijging van 8% in 2016. Alleen in 1997 kwam het indexcijfer van de inkomens net iets boven de waarde in 1995 uit.

Aandeel primaire sector totale economie blijft dalen

Ondanks het gestegen gemiddeld inkomen van boeren en tuinders in 2016 blijft het aandeel van de primaire sector in de totale economie dalen. Het aandeel van de landbouw in het binnenlandse product is gedaald van bijna 3% in 1995 naar 1,5% in 2016. Dat zijn conclusies op basis van de inkomensramingen van Wageningen Economic Research en het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De Wageningse onderzoekers komen overigens op een iets ander inkomenscijfer dan volgens de berekeningen van het CBS. De CBS-cijfers gaan bijvoorbeeld uit van het kalenderjaar en Wageningen ER rekent met oogstjaren. Dat zorgt vooral voor verschillen in de plantaardige sectoren. Voor de ontwikkeling van inkomens op de langere termijn maakt dat echter weinig verschil.

Forse schaalvergroting

Uit de cijfers die zijn gepresenteerd bij de inkomensramingen blijkt opnieuw de forse schaalvergroting. Sinds 1995 is het aantal bedrijven gehalveerd en het areaal cultuurgrond met bijna 9%. De arbeidsinzet is gedaald met een kwart. Kortom: minder bedrijven met een groter areaal en meer arbeid per bedrijf. Die arbeid wordt voor een steeds groter deel ingevuld met betaalde arbeid. Het aandeel van de arbeid door de ondernemers zelf neemt af. Dat geldt echter voornamelijk voor de grotere bedrijven en in sectoren als de glastuinbouw. Het inkomen per arbeidsjaar in de land- en tuinbouw is in ruim twintig jaar nauwelijks veranderd, ondanks de schaalvergroting en groei van de productiviteit.

Beheer
WP Admin