Foto: Roel Dijkstra AlgemeenNieuws

Aandeel duurzame energie in 2014: 5,5%

Het aandeel duurzame energie is in 2014 van 4,8% naar 5,5% gestegen. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage energie uit hernieuwbare bronnen 2013-2014, die minister Henk Kamp van Economische Zaken aan de Tweede Kamer en de Europese Commissie heeft gestuurd.

De effecten van het Energieakkoord op de realisatie van het aandeel hernieuwbare energie in 2013 en 2014 zijn nog beperkt, concludeert Kamp.

In 2013 was het totale finale energetische eindverbruik 2.192 petajoule. In 2014 was het totale finale energetische eindverbruik 1.993 petajoule. Dit verschil ten opzichte van 2013 komt vooral voort uit het warme weer. Het finaal verbruik van hernieuwbare energie was in 2013 105 petajoule en in 2014 110 petajoule. Het aandeel hernieuwbare energie steeg hiermee van 4,8% in 2013 naar 5,5% in 2014. Uit rest- en bijproducten uit de landbouw en agro-industrie werd in 2014 uit 4,6 miljoen ton biomassa 17 petajoule aan energie geproduceerd. Hieronder wordt ook mest gerekend.

Definitieve cijfers

De cijfers die het ministerie naar Brussel heeft gestuurd wijken af van de cijfers in de Nationale Energie Verkenning van december. In de NEV werd voor 2014 uitgegaan van een aandeel hernieuwbare energie van 5,6%. Dit was op basis van voorlopige cijfers; de cijfers zijn nu definitief.

Kamp komt begin februari met een nieuw voorstel om toch nog snel grote windmolenparken op zee te kunnen realiseren. Hij komt met een nieuw plan, omdat de senaat eind december zijn eerdere voorstel afwees. De windmolens op zee moeten helpen om de doelen van het energieakkoord te realiseren.

Beheer
WP Admin