EZ: nertsenhouders hebben geen compensatie nodig

Den Haag – Nertsenhouders worden helemaal niet sterk benadeeld door de invoering van de Wet verbod pelsdierhouderij, ze kunnen nog jarenlang hun ‘lucratieve bedrijfsactiviteit’ uitoefenen. Door de sterke groei van de sector tussen 2006 en 2012 van 700.000 naar 1 miljoen moederdieren kan er in bijna elf jaar dat de sector nog verder kan veel geld verdiend worden. Zo veel dat compensatie vanwege het gedwongen moeten stoppen niet noodzakelijk is, aldus het ministerie van Economische Zaken.

Dat zijn een paar van de argumenten waarmee de Staat de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei jongstleden aanvecht. Vandaag diende het hoger beroep voor het Hof Den Haag.

De rechtbank had de Wet verbod pelsdierhouderij buiten werking gesteld, omdat deze de nertsenhouders onevenredig hard zou treffen. De rechtbank was van oordeel dat een sector niet verboden kan worden zonder dat er een schadevergoeding tegenover staat als compensatie. Van compensatie was bij deze wet geen sprake.

Volgens de advocaten Bert Jan Houtzagers en Pauline Huurnink van advocatenkantoor Pels Rijcken, die EZ vertegenwoordigen, stelt de rechtbank ten onrechte dat de periode tot de datum waarop het houden van pelsdieren definitief verboden is – 1 januari 2024 – een uitfaseringsperiode is, het is een overgangstermijn. Deze periode van elf jaar is niet voor niets zo lang en bedoeld om bestaande nertsenhouders de tijd te geven om zelf de gevolgen van het verbod voldoende te compenseren. De bedrijven kunnen hun activiteiten volop voortzetten op basis van de situatie per 15 januari 2013.

Volgens de advocaten is er door de combinatie van het verbod en de lange overgangstermijn sprake van een ‘fair balance’, het publieke belang van het verbod enerzijds en het belang van de bestaande nertsenhouders anderzijds. Die ‘fair balance’ zien de advocaten onderbouwd in onderzoeken naar de nertsenhouderij. Daaruit blijkt het volgens EZ een ‘zeer lucratieve bedrijfsactiviteit’, die zich afspeelt op een wereldmarkt, zodat de markt niet beperkt wordt tijdens de overgangstermijn van de Wet. Daarnaast is het aantal nertsen sterk toegenomen tussen 2006 en 2012 naar 1 miljoen moederdieren. Tot 2024 kan deze ruimte nog helemaal worden ingezet voor ‘de profijtelijke activiteiten’.

Als extra argument voert EZ via de advocaten nog aan dat het de nertsenhouders vrij staat in andere landen te gaan produceren.