WNF: eindsprint bedrijven nodig voor goede palmolie

Den Haag – Veel Nederlandse voedingsmiddelenproducenten en supermarkten liggen op koers om eind dit jaar volledig over te stappen op verantwoorde palmolie, waarvoor geen waardevol regenwoud is gekapt. Door een eindspurt in te zetten kunnen zij voldoen aan die belofte van vijf jaar geleden.

Toch zijn er ook veel achterblijvers, onder andere in de diervoederindustrie. Zij doen te weinig aan verduurzaming van hun palmoliegebruik of geven geen openheid van zaken. Dat blijkt uit de eerste Nederlandse Palmolie Scorecard van het Wereld Natuur Fonds (WNF).

Na drie internationale edities is nu een Nederlandse scorecard opgesteld. Reden hiervoor is dat Nederlandse brancheorganisaties van de voedingsmiddelen- en diervoederindustrie in 2010 toezegden dat de bedrijven eind dit jaar volledig zijn overgestapt op verantwoorde palmolie.

Boven in de lijst staan bedrijven die 100 procent verantwoorde palmolie verwerken in hun producten. Grote palmoliegebruikers als Unilever en FrieslandCampina staan in de bovenste regionen. Zij verwerken voor een deel duurzame palmolie in hun producten. Daarnaast zorgen zij via de aankoop van certificaten ervoor dat de overige palmolie die zij gebruiken verantwoord wordt geproduceerd.

De Nederlandse diervoederindustrie verenigd in Nevedi noemt het bericht van het WNF onjuist. In 2015 wordt de palmoliefootprint van de Nederlandse diervoederindustrie volledig afgedekt volgens Nevedi. “Dit geldt voor alle in Nederland geproduceerde en geconsumeerde dierlijke producten. Hiermee komt de Nederlandse diervoederindustrie haar commitment volledig na.” De leden hebben in april van dit jaar in de Algemene Ledenvergadering afgesproken om in 2015 collectief de benodigde certificaten te kopen om de footprint van de sector af te dekken. Ook wordt toegewerkt naar het afdekken van de palmoliefootprint per individueel bedrijf.