Oppositie wil TNO-rapport over aardbevingen

Den Haag – Het TNO-rapport waaruit blijkt dat de zwaarste aardbevingen in Groningen iets minder zwaar worden dan gedacht, moet onmiddellijk naar de Tweede Kamer worden gestuurd.

Dat vinden de Kamerleden Agnes Mulder (CDA) en Liesbeth van Tongeren (GroenLinks).

Groningers mogen niet weer onnodig in onzekerheid worden gehouden, vindt Van Tongeren die zich afvraagt of het advies van toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk zoveel mogelijk te verminderen nu nog blijft staan. Zij wil ook alle onderliggende gegevens en de onderzoeksopzet inzien. Van Tongeren zou bovendien graag zien dat onafhankelijk onderzoekers kijken of zij het TNO-onderzoek kunnen onderschrijven.

Eric Smaling (SP) wijst erop dat ook de gevolgen van ‘lichtere’ aardbevingen “verwoestend” zijn. Alleen het verder omlaag brengen van de gaswinning, vermindert het risico op aardbevingen en brengt het vertrouwen terug bij de inwoners van Groningen, vindt hij.

Volgens een vertrouwelijk rapport van kennisinstituut TNO dat in handen is van het Financieele Dagblad worden de bevingen niet zwaarder dan 4,5 op de schaal van Richter. Eerder werd nog gesproken over aardbevingen met een kracht van 5 op de schaal van Richter. De zwaarste beving tot nu toe was in augustus 2012 in Huizinge en had een kracht van 3,6 op de schaal van Richter.

Het TNO-rapport is onderdeel van de tussentijdse evaluatie van de aardbevingsrisico’s in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. De uitkomsten daarvan bepalen mede hoeveel gas er gewonnen mag worden in Groningen in de tweede helft van dit jaar. Uiterlijk aanstaande vrijdag beslist het kabinet over de gasproductie in Groningen.