Verpachter Hedwigepolder in ongelijk gesteld

Middelburg – Het plan om de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen te ontpolderen, is definitief nadat vrijdag een laatste juridische hobbel werd genomen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant stelde de verpachter, Gery de Cloedt, die de meeste gronden in de polder in eigendom heeft, in het ongelijk.

De uitspraak houdt in dat de Hedwigepolder binnenkort echt verandert in een natuurgebied waarin getijden hun gang kunnen gaan. De verpachter wilde de grond pachtvrij maken en de polder zelf ontpolderen. De boeren die de grond in pacht hebben, waren het daar niet mee eens.

Het Rijk en de provincie Zeeland zetten de polder onder water, waardoor 295 hectare landbouwgrond weer natuurgebied wordt. Nederland heeft met België afgesproken dat de polder onder water wordt gezet als compensatie voor het uitdiepen van de Westerschelde, de toegang tot de Antwerpse havens.

Over de ontpoldering van de Hedwigepolder is in de politiek en in de rechtszaal veel strijd geweest. November vorig jaar beoordeelde de Raad van State definitief dat de Hedwigepolder onder water mag worden gezet.

De strijd om de polder heeft bijna tien jaar geduurd. 21 december 2005 tekenden namens Nederland minister Karla Peijs en staatssecretaris Melanie Schultz van Haegen van Verkeer en Waterstaat de Scheldeverdragen. Daarin is onder meer vastgelegd dat in de Hedwigepolder een intergetijdengebied wordt aangelegd.