AlgemeenNieuws

Nieuw convenant Diergezondheidsfonds

Den Haag – Het convenant Diergezondheidsfonds wordt morgen ondertekend door vertegenwoordigers van overheid en veehouderijsectoren. In het document staat hoeveel geld beschikbaar is om dierziekten te voorkomen dan wel te bestrijden en een plan van aanpak per dierziekte.

In het convenant staat hoe de financiering van dierziektebestrijding en -preventie de komende vijf jaar is geregeld. Een deel van de kosten wordt door de EU betaald, waarna de overige kosten zijn verdeeld tussen overheid en sector. Tot de genoemde bedragen, draait de veehouderij op voor schade veroorzaakt door de genoemde ziekten. Daarna komt de overheid in beeld.

Voor de pluimveehouderij is in het nieuwe akkoord voorlopig afgesproken dat de sector totaal €47 miljoen van het schadebedrag betaalt veroorzaakt door een dierziekte. Bij een uitbraak van vogelgriep is €35 miljoen voor rekening van de sector. LEI Wageningen UR werkt nog aan een herberekening.

De varkenshouderij betaalt €30 miljoen van de schade veroorzaakt door een uitbraak van de Afrikaanse varkenspest en blaasjesziekten. De bestrijding van blaasjesziekte is nu nog verplicht. Als deze verplichting niet meer geldt dan is het eigen risico €22 miljoen. Binnenkort beslist de Europese Commissie (EC) hierover. Voor mond-en klauwzeer komt een vergoeding van de overheid in beeld vanaf €19 miljoen schade.

Bij de bestrijding van een ziekte-uitbraak in de rundveesector komt €23,5 miljoen voor eigen rekening. Voor genoemde €23,5 miljoen hoeft geen nieuwe heffing aan rundveehouders te worden opgelegd. ZuivelNL en SBK beschikken over voldoende middelen, in totaal €26 miljoen, overgedragen door het Productschap Zuivel (PZ). Zonder nieuwe uitbraak van een ernstige besmettelijke dierziekte merken de rundveehouders komende jaren dus weinig van het nieuwe convenant Diergezondheidsfonds, dat naar verwachting vandaag wordt ondertekend. Mocht er wel opnieuw een heffing komen dan is het vooralsnog de overheid die aan zet is. Nieuw is verder dat ook de monitoring diergezondheid onder het convenant valt. De kosten hiervoor vallen niet onder genoemde €23,5 miljoen, maar kunnen komende convenants-periode ook uit de reserves van het PZ worden betaald. Toon van Hoof, portefeuillehouder diergezondheid LTO, is tevreden met het nieuwe convenant en de 50/50 verdeling van de monitoringskosten met de overheid.

Opvolger

Het convenant Diergezondheidsfonds is de opvolger van het Diergezondheidsfonds. Namens de veehouders ondertekenen ZuivelNL, de stichting Brancheorganisatie Kalversector, pluimveekoepel AVINED, de Producentenorganisatie Varkenshouders, de vakgroep Schapenhouderij van LTO Nederland, de vakgroep Melkgeitenhouderij van LTO Nederland, de vakgroep Vleesveehouderij van LTO Nederland en het platform Kleinschalige Schapen- en Geitenhouders het convenant.

Het convenant gaat met terugwerkende kracht in op 1 januari 2015 en loopt tot 2020.

Nederland is naast België, Duitsland en Litouwen een van de weinige landen waar de sector zelf meebetaalt aan dierziektebestrijding.

Beheer
WP Admin