Vleesconsumptie verliest mannelijkheid

Amsterdam – De consumptie van (veel) vlees hoort steeds minder bij mannelijk gedrag. in Nederland. Maar er zijn wel verschillen in bevolkingsgroepen. Mannen van Turkse afkomst hechten meer aan vleesconsumptie dan mannen van Nederlandse afkomst. Mannen van Chinese afkomst zitten daar tussenin.

Dat schrijven Nederlandse onderzoekers van de universiteiten van Leiden en Bayreuth (Duitsland) en de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zij hebben  met geld van het ministerie van Economische Zaken onderzoek gedaan naar de waardering van de vleesconsumptie. Hun onderzoek wordt gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Appetite.

Man verleent mannelijkheid niet meer aan vlees eten

Van oudsher worden vlees eten en mannelijkheid met elkaar in verband gebracht. Dat wordt minder, omdat moderne mannen hun mannelijkheid niet meer ontlenen aan het eten van vlees. Zij hechten aan andere waarden. Vlees eten heeft niet meer de bijzondere status die het vroeger had.

Volgens onderzoekers van het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit Amsterdam zijn deze ontwikkelingen van belang, omdat ze kunnen bijdragen aan een lagere vleesconsumptie. Dat is beter voor de gezondheid van de mens en beter voor de kwaliteit van natuur en milieu.

Traditionele man-vrouwverschillen bij Turkse Nederlanders

Voor het onderzoek zijn duizend jonge volwassenen (18-35 jaar) ondervraagd over onder andere hun vleesconsumptie en de waardering daarvan. Bij de Turkse Nederlanders waren de meest traditionele man-vrouwverschillen te zien en bij de autochtone Nederlanders de minst traditionele; de Chinese Nederlanders namen een flexibele middenpositie in. Deze verschillen hingen samen met mannelijke voorkeuren voor grote of kleine porties vlees en de weigering of juist de bereidheid om minder vlees te consumeren en hierbij rekening te houden met factoren als dierenwelzijn en milieu.

Relatie jacht en vleesconsumptie verdwijnt

De onderzoekers menen dat eten van vlees steeds minder bijzonder wordt, omdat de relatie tussen de jacht en vleesconsumptie verdwijnt. Nu dieren in een slachthuis worden gedood, buiten het zicht van consumenten, wil de vleeseter daar ook niet meer mee geconfronteerd worden.