Foto: Peter Roek AlgemeenNieuws

Meer verplichte mestverwerking in zuiden en oosten

Veebedrijven met een fosfaatoverschot op bedrijfsniveau in regio Zuid en Oost moeten in 2016 meer mest gaan verwerken. Dat blijkt uit de verplichte mestverwerkingspercentages die staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) bekend heeft gemaakt.

Het percentage stijgt voor de regio Oost van 30 naar 35% in 2016. Voor regio Zuid stijgt het verplichte verwerkingspercentage van 50 naar 55%. De verwerkingsplicht blijft voor de overige gebieden op 10% van het bedrijfsfosfaatoverschot. Met de verhoging moet landelijk 32,8 miljoen kilo fosfaat verplicht worden verwerkt.

Verwerkingsplicht van 35%

Voor de regio Oost zou op basis van de mestproductie een verwerkingsplicht van 40% moeten worden vastgesteld, maar omdat de mestverwerkingscapaciteit in dit gebied achter blijft, kiest Van Dam voor 35%. Daarmee is volgens hem een betere balans tussen de beschikbare verwerkingscapaciteit.

Capaciteit gegroeid

Uit een inventarisatie van de mestverwerkingscapaciteit in 2014 blijkt dat deze is gegroeid en in 2015 en 2016 zal blijven groeien. De inventarisatie geeft ook aan dat er meer verwerkingscapaciteit nodig is. Met name in de regio Oost blijft de verwerkingscapaciteit achter.

Ingroeimodel

Bij het vaststellen van de percentages wordt gewerkt met een ingroeimodel. Doelstelling is dat er in 2017 een evenwicht is. Daarvoor stijgen de verwerkingspercentages in 2017 voor de regio’s Zuid en Oost naar 60 en 50%. In het gebied Overig blijft verwerking van 10% van het fosfaatoverschot verplicht.

In totaal komt dit neer op 38,5 miljoen kilo fosfaat aan verplichte mestverwerking. “Dit betekent dat de sector in 2016 en 2017 verder moet werken aan uitbreiding van de verwerkingscapaciteit”, aldus Van Dam. Een definitieve verwerkingsplicht voor 2017 wordt in 2016 vastgesteld.

Beheer
WP Admin