Vrije destructiemarkt betekent lagere tarieven

Den Haag – Een vrije destructiemarkt leidt dit in theorie tot lagere tarieven en meer innovatie dan wanneer één partij de markt toegewezen krijgt. Maar er zijn ook risico’s.

Dat blijkt uit onderzoek dat staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken) liet uitvoeren. Uit het onderzoek blijkt ook dat Rendac, de huidige monopolist, te veel voor haar diensten rekent.

Weinig animo

Dijksma neemt de uitkomst over de prijs die Rendac rekent mee in nieuwe onderhandelingen. Dijksma gaat ook op korte termijn in gesprek met alle belanghebbenden over de gevolgen van een vrije destructiemarkt. Ze heeft zelf nog geen mening gevormd. De onderzoekers van Rebel schrijven dat er weinig animo lijkt te zijn voor het betreden van de destructiemarkt.

Risico’s

De tarieven en monopoliepositie zijn regelmatig onderwerp van kritiek vanuit de landbouw en Tweede Kamer. Bij een eventuele keuze voor het openen van het bestel zal ten minste een prijsplafond worden ingesteld, en de verplichting dat kadavers overal in Nederland worden opgehaald. Want hierin liggen de risico’s voor een vrije markt.

Bovendien moeten harde garanties worden gegeven op het gebied van zowel de gezondheid van dieren als de volksgezondheid.