Unilever worstelt met opkomende economieën

Rotterdam – Unilever heeft het vierde kwartaal van 2014 een omzet geboekt van €12,1 miljard, gecorrigeerd voor wisselkoersen en overnames 2,1 procent meer dan een jaar eerder. De groei is het gevolg van hogere prijzen want het aantal verkochte producten daalde licht. Unilever kampt met een zwakke vraag in opkomende markten en voorziet daarin dit jaar weinig verbetering.

Over geheel 2014 zakte de omzet van het levensmiddelenconcern met bijna 3 procent tot €48,4 miljard. De daling is vooral gevolg van zwakkere wisselkoersen in opkomende economieën. Zonder valuta- en eenmalige effecten was sprake van 2,9 procent groei. Onder de munteenheden die inleverden waren de Braziliaanse real, de Argentijnse peso en de Russische roebel. Opkomende economieën zijn goed voor meer dan de helft van de business van Unilever.

De nettowinst van Unilever steeg vorig jaar met 5 procent, naar €5,5 miljard. Volgens financieel directeur Jean-Marc Huët is de winst toegenomen vanwege “een goede beheersing van de kosten”. Huët verwacht dat de winstgevendheid dit jaar verder zal groeien.

Topman Paul Polman verwacht wel dat de resultaten van 2015 grofweg overeen zullen komen met die van vorig jaar.

Unilever zag de groei in opkomende markten vorig jaar afzwakken naar 5,7 procent, terwijl de opbrengsten in Europa en Noord-Amerika met bijna 1 procent daalden. De Chinese economie groeide in 2014 met 7,4 procent, het laagste niveau in 24 jaar. Unilever zag klanten voorraden afbouwen. De krimp werd vooral veroorzaakt door de afnemende vraag naar margarine.

Unilever kondigde vorige maand aan dat de margarines en andere smeersels worden ondergebracht in een aparte divisie. De verkopen van wasmiddelen, ijsjes, zeep en shampoo namen wel toe. Op het gebied van verzorgingsproducten is de concurrentie hevig. Polman pleit voor doortastender Europees beleid om de economische groei aan te wakkeren en bestedingen aan onderzoek en ontwikkeling te verhogen.