‘Topsectorenbeleid begint te werken’

Genève – Het maar al te vaak bekritiseerde topsectorenbeleid van Nederland werpt zijn eerste vruchten af.

Tot die conclusie komen de onderzoekers achter de jaarlijkse lijst met meest concurrerende landen ter wereld van het World Economic Forum. Dankzij de verbetering neemt Nederland daarin opnieuw de achtste plek in.

Uit het woensdag gepubliceerde onderzoek, gebaseerd op gegevens van februari tot en met juni, blijkt dat Nederland veel meer technici en ingenieurs heeft dan een jaar eerder. Daarnaast blijkt de samenwerking tussen de verschillende topsectoren sterk verbeterd te zijn en steken bedrijven meer geld in onderzoek, aldus de onderzoekers.

Nederland blijft ook goed scoren in infrastructuur en het snel toepassen van nieuwe technieken. Het hoger onderwijs in Nederland neemt zelfs de derde plaats in op de jaarlijkse lijst van meest concurrerende landen. De achterblijvende prestaties op het gebied van de – starre – arbeidsmarkt en het ‘zeer kwetsbare financiële systeem’ zorgen ervoor dat Nederland niet is gestegen naar een echte toppositie.

De top twee wordt opnieuw ingenomen door Zwitserland en Singapore. De Verenigde Staten staan op plek drie, en heeft hiermee Finland naar de vierde plek verwezen.

Op het Nederlandse topsectorenbeleid, dat werd ingezet door het eerste kabinet van Mark Rutte (VVD), is het verleden veel kritiek geleverd. In negen topsectoren wordt meer tijd en geld gestoken. Volgens bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid worden met het beleid onder meer nieuwkomers tegengehouden.

Het World Economic Forum wordt gevormd door duizend grote bedrijven uit de hele wereld. Bij de jaarlijkse top van de overlegclub in het Zwitserse Davos zijn gewoonlijk ook veel politici en beroemdheden aanwezig.