AlgemeenNieuws

Definitieve MKZ-uitspraak op zijn vroegst eind 2014

Den Haag – De finale uitspraak van de Nederlandse rechter over de preventieve ruiming van bedrijven in Kamperveen in verband met een uitbraak van mond- en klauwzeer in 2001 komt op zijn vroegst aan het eind van dit jaar. Mogelijk komt er wel eerder een uitspraak over de ruiming van bedrijven in Kootwijkerbroek.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) vroeg in de Kamperveense zaak aan het ministerie van Economische Zaken schriftelijk in te gaan op vragen van boeren. Voor het ministerie ging het om vragen die nog niet eerder aan de orde waren geweest.

Voorzitter R. Winter van het CBB zei dinsdag dat hij graag een definitieve beslissing wil nemen, maar dat moet wel zorgvuldig gebeuren, “ook als het daardoor iets langer duurt”.

De zaak over de besluitvorming rond de ruiming van bedrijven in Kootwijkerbroek is wel afgerond. In principe kan het CBB over zes weken een uitspraak doen, maar het is niet ongebruikelijk dat de rechters daar meer tijd voor nemen.

Het CBB boog zich dinsdag over de ruiming van bedrijven in Kamperveen (in verband met een besmetverklaring in Oosterwolde) en de ruiming van bedrijven in Kootwijkerbroek (in verband met een besmetverklaring in Kootwijkerbroek). In beide gevallen zetten de veehouders grote vraagtekens bij de besmetverklaring. Uit informatie die in de loop der jaren naar voren is gekomen door aanhoudend onderzoek van de zijde van de boeren is onder meer gebleken dat een negatieve hertest van een monster van het besmet verklaarde bedrijf in Kootwijkerbroek, bijna tien jaar niet openbaar is gemaakt. “De besmetverklaring in Kootwijkerbroek is gebouwd op drijfzand”, aldus emeritus hoogleraar virologie Joep Galama.

Beheer
WP Admin