Voldoen aan vergroeningseisen wordt flinke puzzel

Doetinchem – Accountants zijn aan het inventariseren wat precies de impact is nu de nationale invulling van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) bekend is.

De vereniging van agrarische accountants (VLB) heeft over de praktische uitwerking regelmatig overleg met RVO.nl, het nieuwe GLB staat opnieuw op de agenda voor begin juli.

Volgens Gert ten Have, bedrijfskundig adviseur bij Flynth Accountants, blijft het voldoen aan de vergroeningseisen vooralsnog een flinke puzzel, zeker voor akkerbouwers. Hoe het uit gaat pakken, verschilt bovendien per regio. Hij verwacht dat de meeste melkveehouders wel een vrijstelling voor de vergroeningseisen krijgen omdat ze doorgaans meer dan 75 procent  grasland hebben. Volgens Hendrik Jan Bos, akkerbouwspecialist bij Flynth, blijft het wringen dat er meer eisen komen en dat er minder geld tegenover staat. Dat is zeker het geval bij akkerbouwers met zetmeelaardappelen in de Veenkoloniën. Dat in bepaalde pakketten kan worden volstaan met  een procent akkerrand in combinatie met slootranden en groenbemesters had echter ook nog slechter gekund aldus Bos.

Volgens Geert Kuipers, directeur marktadvies van Countus Accountants, bevat de GLB-brief geen echt grote verrassingen. In ieder geval niet voor de melkveehouderij, duidelijk is wel dat de voorgestelde compensatie voor de zetmeeltelers maar gedeeltelijk is. Kuipers ziet echter ook mogelijkheden als met equivalente maatregelen zoals het Veldleeuwerik programma kan worden voldaan aan de vergroeningseisen. Perspectief biedt ook de teelt van eiwithoudende gewassen in het kader van meer samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw.

Volgens Jeroen van den Hengel, bedrijfskundige van Alfa Accountants, is het nu eerst zaak om goed te kijken naar de impact en mogelijkheden in de praktijk. Hij wijst er op dat er over meer onderdelen van het nieuwe GLB nog veel vragen zijn. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het op de juiste manier regelen van bedrijfsoverdrachten. Daar komen nu veel vragen over vanuit de praktijk aldus Van den Hengel.