Cumela schrijft brandbrief over mestverwerking

Den Haag – De productie van mestkorrels moet worden aangemerkt als mestverwerking. De producenten van mestkorrels zitten door gebrek aan deze erkenning met een tekort aan aanvoer van droge mest, omdat veehouders met het leveren van mest aan deze mestkorrelfabrieken op dit moment niet voldoen aan de verplichte mestverwerking. Dat staat in een brandbrief van Cumela Nederland aan staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw en de Tweede Kamer.

De mestkorrels die deze fabrieken maken, worden voor 95 procent geëxporteerd en voor 5 procent verkocht bij Nederlandse tuincentra. Omdat de fabrieken geen mesttransporteurs zijn, kan bij de export niet worden voldaan aan de verplichte driepartijen overeenkomst tussen veehouder, mestverwerker en vervoerder. Hierdoor voldoet de mestverwerking niet aan de eisen. Cumela vraagt de bedrijven wel aan te merken als mestverwerkers. “De mestkorrelfabrieken zijn al jaren hét voorbeeld voor mestverwerking in Nederland”, aldus de organisatie.

Bedrijven die champignonsubstraat zitten om een vergelijkbare reden met een tekort aan vloeibare pluimveemest, die via een intermediair naar de verwerker gaat. Ook via deze route komt de mest in de huidige regelgeving niet in aanmerking om te registreren als mestverwerking.

Jaap Uenk, voorzitter van de sectie meststoffendistributie van Cumela vraagt de staatssecretaris deze problematiek met spoed op te lossen.