Economie groeit, Kamp prijst landbouwexport

Den Haag – De Nederlandse economie is in het vierde kwartaal van vorig jaar met 0,7 procent gegroeid vergeleken met het voorgaande kwartaal en het vierde kwartaal van 2012. Dat maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekend. Minister Henk Kamp van Economische Zaken noemt de cijfers ‘meer dan bemoedigend’ en wijst op het exportsucces van de agrarische sector.

Het is het derde kwartaal op rij dat de economie groeit ten opzichte van een kwartaal eerder. In heel 2013 is de economie nog wel met 0,8 procent gekrompen vergeleken met het voorgaande jaar. De handelsbalans verbeterde in 2013. Er werd 1,3 procent meer geëxporteerd en 0,5 procent minder ingevoerd. Kamp wijst erop dat de agrarische export 5 procent is toegenomen terwijl de industriële productie aantrekt. De export groeide ondanks een relatief ‘dure euro’. Omdat in 2014 de euro waarschijnlijk in waarde zal dalen, kan de export verder toenemen.

Volgens Kamp, die sprak bij de CBS-presentatie, doet Nederland het economisch nu beter dan Frankrijk en Duitsland. Hij ziet bedrijven weer investeren. In heel 2013 werd nog bijna 5 procent minder geïnvesteerd dan het jaar ervoor. Kamp wijst erop dat veel mensen hun baan hebben verloren en veel bedrijven failliet zijn gegaan. “We zijn er nog niet en het kabinet gaat daarom door met het hervormingsbeleid.”

In 2013 nam de consumptie nog duidelijk af, maar Kamp stelt dat dit deels komt door een lagere energieprijs en zachte winter, die leidde tot minder uitgaven aan bijvoorbeeld gas. Om tot grotere groei te komen zijn innovatie en wendbaarheid in de economie essentiële voorwaarden, aldus Kamp. De minister noemde het belang van beroepsonderwijs. Nederland moet nu nog vakmensen uit het buitenland halen, terwijl er 650.000 werklozen zijn.

De avond voor de presentatie wees topman Cees ’t Hart van FrieslandCampina bij het afscheidsfeest van Aalt Dijkhuizen als bestuursvoorzitter van Wageningen UR nog op het enorme belang van de agribusiness voor de Nederlandse economie. De welvaart in een land wordt volgens onderzoek van de Boston Consultancy Group die ’t Hart citeert voor het overgrote deel bepaald door de ‘internationaal concurrerende sectoren’, waarvan in Nederland de food & agrisector één van de belangrijkste is.

“De schaatsers in Sotsji bewijzen dat een klein land dat zich focust op waar het goed in is, ergens groot in kan zijn.”