Minder zzp’ers actief in landbouw

Den Haag – De ruim 800.000 zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die Nederland telt, werken het vaakst binnen de zakelijke dienstverlening, handel en bouw. In de gezondheidszorg werken steeds vaker zzp’ers, in de landbouw juist minder.

Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De afname van het aantal zelfstandigen in de landbouw heeft te maken met de afname van het aandeel landbouwers, aldus het CBS.

De meeste zzp’ers bieden vooral hun eigen arbeid aan. In het derde kwartaal van 2014 zijn dat 622.000 zzp’ers. Daarnaast zijn er 188.000 zzp’ers die hoofdzakelijk producten of grondstoffen verkopen. Zij werken vooral in de handel en de landbouw. Oudere zzp’ers werken in vergelijking met jongeren relatief vaak in de landbouw en de gezondheids- en welzijnszorg.

Naast zzp’ers zijn er ook zelfstandigen met bedrijf en zelfstandigen zonder bedrijf. Onder laatstgenoemde vallen ook meewerkende gezinsleden. In het tweede kwartaal van 2014 ging het om 28.000. Van alle verschillende typen zelfstandigen namen alleen de meewerkende gezinsleden de afgelopen jaren in aantal af. In de landbouw, waar meewerkende gezinsleden relatief veel voorkwamen, is de afname het grootst, vergeleken met andere sectoren.

Zzp’ers die eigen arbeid aanbieden, hebben een hoger persoonlijk inkomen (€35.000) dan zzp’ers die producten verkopen (€25.000). Gemiddeld verdienen zzp’ers bijna €33.000. De inkomensspreiding is aanzienlijk. Zo heeft de helft een persoonlijk inkomen van minder dan €25.500, 10 procent een inkomen van nog geen €3.300 en eveneens 10 procent verdient meer dan €70.800.