AlgemeenNieuws

Marktaandeel BBL blijft dalen

Utrecht – Het marktaandeel van Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) op de grondmarkt is weer afgenomen.

De organisatie kocht vorig jaar minder grond, terwijl het totaal verhandelde areaal cultuurgrond iets steeg vergeleken met 2012. Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportage de Grondprijsmonitor 2013.

BBL, onderdeel van Dienst Landelijk Gebied (DLG), was vorig jaar betrokken bij 5 procent van het totale verhandelde landbouwareaal. Dit marktaandeel ligt fors lager dan de jaren daarvoor. BBL was in 2012 nog betrokken bij de verwerving van 1.821 hectare landbouwgrond. In 2013 daalde dat naar 1.020 hectare.  In 2012 had BBL een marktaandeel van negen procent. In 2011, 2010 en 2009, respectievelijk 13, 19 en 26 procent.

De daling komt voornamelijk doordat het bureau minder grond kocht in opdracht van provincies. Deze van oudsher grootste opdrachtgever koopt minder grond voor natuur vanwege overheidsbezuinigingen. De daling van het marktaandeel komt ook door de afwachtende houding van provinciale opdrachtgevers vanwege het decentralisatieakkoord natuur, aldus BBL in de monitor.

Opvallend is dat BBL in het landbouwgebied Westelijk Holland nog redelijk actief was ten opzichte van de totale grondmarkt in dat gebied. Het marktaandeel bedroeg daar vorig jaar 23 procent. In 2012 was dat nog 58 procent. Uit de monitor blijkt eveneens dat BBL vorig jaar in veel gebieden, vooral in midden Nederland, niet of nauwelijks actief was op de grondmarkt.

BBL concludeert dat de grondmobiliteit in 2013 in absolute zin vrijwel gelijk is gebleven ten opzichte van de twee voorgaande jaren. Verder terugkijkend is er wel een afname. In 2005 ging bijvoorbeeld nog bijna 29.000 hectare landbouwgrond naar een nieuwe eigenaar. Vorig jaar ging het om ruim 21.000 hectare.

Een betere graadmeter voor de grondmobiliteit is de relatieve mobiliteit. Het gaat hier om het percentage grond dat van eigenaar verwisselt ten opzichte van het totale areaal cultuurgrond. Uit gegevens van de monitor blijkt dat de relatieve grondmobiliteit de laatste drie jaren stabiel bleef op 1,1 procent. Gebieden in het oosten en zuiden van Nederland hebben vanouds een hogere grondmobiliteit. In midden Nederland is de mobiliteit lager dan het landelijke gemiddelde. Ook Friesland en Groningen hebben, zeker in relatie tot de lagere regionale grondprijzen aldaar, een lage mobiliteit, aldus BBL.

Volgens berekeningen van BBL ligt de gemiddelde prijs voor landbouwgrond in 2013 op €51.000 per hectare. Ten opzichte van 2012 is de grondprijs in 2013 gestegen met bijna 3 procent. Over de gehele periode vanaf 2009 stijgt de grondprijs gemiddeld met 2,5 procent per jaar.

BBL schrijft in de monitor dat zij ‘marktconform’ heeft geopereerd. Gemiddeld over Nederland betaalt het bureau een wat lagere grondprijs dan de totale markt (93 procent).

Van enorme stadsuitbreidingen is geen sprake meer. De landelijk gemiddelde grondprijs van de zogenaamde ‘rode’ transacties (het opkopen van landbouwgrond ten behoeve van woningbouw) daalde in 2013 ten opzichte van het jaar ervoor met 5 procent. BBL kocht vorig jaar 651 hectare landbouwgrond voor stads- en/of dorpsuitbreiding. Gemiddeld betaalde de dienst hiervoor ruim €304.000 per hectare. In 2012 ging het om 866 hectare met een gemiddelde prijs van ruim €320.000 per hectare.

‘Rode’ grond bracht vorig jaar het minste op in Drenthe en Groningen, namelijk respectievelijk bijna €115.000 en €128.000 per hectare. In Westelijk Holland liggen de prijzen voor ‘rode’ transacties het hoogst. Daar betaalde BBL vorig jaar gemiddeld ruim €607.000 per hectare.

Dienst Landelijk Gebied (DLG) brengt jaarlijks met de grondprijsmonitor de ontwikkelingen in de agrarische grondmarkt in Nederland. Bij alle berekeningen zijn uitsluitend transacties van pachtvrije gronden betrokken. De monitor betreft grasland, bouwland, tuinland (geen glastuinbouw) en boomgaard. Transacties met betrekking tot bijvoorbeeld natuur, glastuinbouw of bollenteelt worden uitgesloten. Evenals transacties met gebouwen.

Beheer
WP Admin