Lage gewasprijzen drukken winst Cargill

Minneapolis – Cargill heeft het afgelopen kwartaal een nettowinst geboekt van $425 miljoen (€336 miljoen), 26 procent minder dan een jaar eerder. Het Amerikaanse agriconcern had door lage prijzen voor mais, tarwe en sojabonen minder mogelijkheden handelswinsten te behalen. De omzet daalde 2 procent tot omgerekend €26,3 miljard.

Cargill maakt voedingsmiddelen, vlees en veevoer maar verdient traditioneel het meest in de handel. Prijzen voor gewassen lagen door het vooruitzicht op recordoogsten een stuk lager dan vorig jaar. In de periode van juni tot en met augustus daalde de prijs van mais op de termijnmarkt bijna 25 procent terwijl soja 27 procent in waarde daalde.

Prijzen waren bovendien minder beweeglijk. Het was daardoor voor Cargill lastiger geld te verdienen door op het juiste moment te kopen en verkopen. Cargill is in de handel de wereldwijde nummer één, voor belangrijke concurrenten ADM, Bunge, Louis Dreyfus en Glencore – die samen met Cargill 80 procent van de wereldhandel verzorgen.

Daar komt bij dat boeren in veel markten vanwege lage prijzen hun graan vasthielden, waardoor ook minder volume beschikbaar was voor de handel. Cargill verdiende wel meer met bio-ethanol, deels omdat de prijs voor mais als grondstof lager was, maar ook omdat de vraag naar biobrandstoffen in de VS is toegenomen.

Cargill-topman David MacLennan verwacht dat boeren in de VS en Europa met de nieuwe oogst veel meer granen en oliezaden op de markt zullen brengen. De voorraadcapaciteit is beperkt. De prijs zal hiermee niet direct stijgen maar het volume neemt wel toe. “Ons bedrijf is goed gepositioneerd om deze nieuwe toevoer te verbinden met een groeiende vraag.”

Cargill blikt terug op drie kwartalen waarin de winst lager lag dan een jaar eerder. Het bedrijf had last van congestie op het spoorwegnetwerk  in de VS dat de verzending van graan bemoeilijkte, leed onder een ongunstige wisselkoersontwikkeling en verloor miljoenen door een verkeerde inschatting van de elektriciteitsmarkt.