Van Hattem Vlees stond al onder verscherpt toezicht

Den Haag – Bij het slachterijbedrijf in Dodewaard waar deze week paardenvlees werd aangetroffen in vier partijen rundvleessnippers zijn de afgelopen drie jaar eerder onregelmatigheden in de werkwijze aangetroffen. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw in een brief aan de Tweede Kamer. In 2013 heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) diverse maatregelen opgelegd. Het bedrijf kreeg boetes en een last onder dwangsom.

Sinds 18 december 2013 staat het bedrijf onder verscherpt toezicht van de NVWA; tijdens de slachttijden zijn er continu een dierenarts en inspecteur van de NVWA aanwezig. Er mogen alleen dieren worden aangevoerd in aanwezigheid van de NVWA. Naar aanleiding van het aangetroffen paardenvlees moet het bedrijf alle vlees en karkassen traceren die het tussen 1 januari 2012 en 23 januari 2014 in de handel heeft gebracht. Als blijkt dat de producten niet traceerbaar zijn, voldoen ze niet aan de veiligheidsvoorschriften en moet het bedrijf de producten uit de handel nemen.

Het bedrijf heeft tot 3 februari 2014 te tijd gekregen om de tracering te organiseren. Als dat niet lukt, wordt de erkenning van het slachthuis ingetrokken. Het bedrijf Van Hattem zegt dat het volstrekt normaal is dat er paarden-DNA is gevonden in het vlees. “De NVWA weet al lang dat er wordt gewerkt met paardenvlees. Het is volstrekt normaal en legaal”, zegt juridisch en veterinair adviseur van het slachthuis, Frank Peters.