Elbert Dijkgraaf wil daarom dat kwetsbare landbouwsectoren buiten de handelsverdragen met Canada en de VS worden gehouden. - Foto: Hans Banus AlgemeenOpinie

‘Op de bres voor landbouw’

De internationale handelsverdragen TTIP in CETA geven Nederlandse boeren en tuinders geen eerlijke kans. De afspraken stellen regels aan het eindproduct, maar níet dat de wijze waarop buitenlandse producten worden geproduceerd aan onze eisen moet voldoen. SGP-Kamerlid Elbert Dijkgraaf trekt een streep.

De besluitvorming over het handelsverdrag met Canada (CETA) zit in een beslissende fase. Wat gaat Europa doen? Over TTIP, het verdrag met de Verenigde Staten, wordt nog stevig gediscussieerd. De kritiek van lidstaten hierop is de laatste maanden aangezwollen. Maar dat lijkt eerder verkiezingsretoriek en onderhandelingsstrategie dan dat daadwerkelijk een punt zal worden gezet. Deze handelsverdragen kunnen grote gevolgen hebben voor de Nederlandse landbouw. Een kritische blik is daarom op z’n plaats. Krijgen Nederlandse boeren en tuinders een eerlijke kans?

Laat ik het antwoord maar direct geven: ik vrees van niet. Voorstanders van deze verdragen geven aan dat Europese productiestandaarden en regels worden beschermd. Dat klopt, maar het is een halve waarheid. Als Europa zegt dat er geen chloor in de kip mag zitten, dan komt die kip inderdaad Europa niet in. Maar varkensvlees weren omdat Canadese varkensboeren niet verplicht zijn om zeugen in groepen te houden, zit er niet in.

Adder onder het gras

De afspraken regelen alleen dat de geïmporteerde producten aan de Europese eisen moeten voldoen en dat buitenlandse investeerders niet kunnen afdwingen dat Europese regels worden bijgesteld. Maar ze regelen níet dat de wijze waarop buitenlandse producten worden geproduceerd aan onze eisen moet voldoen. Dat is de grote adder onder het gras. Het zorgt voor een ongelijk speelveld en zet onze boeren en tuinders op achterstand.

Feit is dat Amerikaanse en Canadese boeren aan veel minder (strenge) regels moeten voldoen. Een paar voorbeelden: in Canada zijn weinig regels voor dierenwelzijn. Er wordt gewerkt met gedragscodes, maar die zijn geheel vrijblijvend.

In de VS staan nog volop legbatterijen. De VS en Canada zijn veel soepeler bij het toelaten van gewasbeschermingsmiddelen en genetisch gemodificeerde gewassen. Fabrikanten híer moeten eerst aantonen dat er geen negatieve effecten zijn. Samengevat: de verhoudingen zijn scheef.

Varkenshouderij

Verschillende sectoren hebben aardig wat te duchten van CETA en TTIP. Ik noem bijvoorbeeld de varkenshouderij. Deze sector zit in zwaar weer. De ‘maatschappelijke opgave’ is groot, terwijl bedrijven nu al met rode cijfers draaien. Die zitten dus bepaald niet te wachten op een oneerlijke krachtmeting met varkenshouders aan de andere kant van de oceaan.

Je kunt vragen: waar hebben we het over? Zeker in CETA gaat het om kleine hoeveelheden als je kijkt naar de totale Europese handel. En: onder aan de streep zijn de economische voordelen toch groot? We kunnen toch niet iedereen een plezier doen?

Kortzichtig

Hier verzet ik me tegen. Dit is buitengewoon kortzichtig. De handelsstromen binnen Europa zijn veel groter dan naar landen buiten Europa. Maar de laatste hebben wél grote invloed op de prijsvorming. CETA geldt bovendien ook als aanloop naar TTIP.

Belangrijker vind ik echter dat het gewoon onrechtvaardig is. Hoe kun je met droge ogen pleiten voor meer dierenwelzijn en een beter milieu, en tegelijkertijd het boeren nog lastiger maken om de meerkosten terug te verdienen?

Het is tijd om een streep te trekken. Boeren verdienen een eerlijke boterham. Onze land- en tuinbouwers moeten niet worden opgeofferd aan anderen die wél voordelen kunnen hebben van CETA en TTIP. Ik wil daarom dat kwetsbare landbouwsectoren buiten de handelsverdragen met Canada en de VS worden gehouden. Zo niet, dan moet er worden gezorgd voor concrete financiële compensatie. Anders gewoon geen handelsverdragen.

Meer over TTIP

Beheer
WP Admin