Foto: Bert Jansen AlgemeenOpinie

‘Eén mestverwerkingspercentage voor alle boeren?’

John van Paassen gooit de knuppel in het spreekwoordelijke hoenderhok. Hij pleit voor één landelijk mestverwerkingspercentage voor alle overschotsbedrijven, ongeacht de diersoort.

Dat percentage moet volgens Van Paassen liggen op 50%. Er zijn de nodige argumenten aan te voeren om mee te gaan in de redenering van de voorzitter van mineralencoöperatie Demac. Ten eerste stelt van Paassen dat er op die manier flink wat extra mest dient te worden verwerkt. Zo komt er meer ruimte voor de afzet van onbewerkte mest en kan de prijs daarvan omlaag.

Ook is het arbitrair om een klein land als Nederland op te delen in 3 regio’s. Boeren die bij elkaar in de straat wonen kunnen afhankelijk van het huisnummer een verwerkingsplicht van 10% of 50% krijgen. Dat is raar. En bovendien, beide – grondloze – bedrijven zijn even zo verantwoordelijk voor het nationale mestoverschot.

Transportkosten

In die zin is één verwerkingspercentage logisch. Anderzijds is het verstandig om vooral veel te verwerken in de regio’s waar de meeste mest wordt geproduceerd. Transportkosten vormen altijd een belangrijk onderdeel van de totale afzetkosten.

Maar dat kan natuurlijk ook prima in een situatie met één verwerkingspercentage. Door middel van de VVO’s kunnen boeren in de minder veedichte gebieden aan hun verplichting voldoen en blijft de verwerking geconcentreerd in de gebieden waar de mest snel bij de verwerker is.

Beheer
WP Admin