‘Handelsnatie Nederland kan niet zonder verdragen’

In oktober hervatten Europa en de VS de gesprekken over TTIP. De oppositie groeit.

Circa driekwart van het Nederlands agrarisch product vindt afzet over de grens. Deze export draagt belangrijk bij aan de betalingsbalans. We zijn er trots op. Terecht. Het Holland-merk staat voor kwaliteit. Frau Antje voegt haar vleugje charme toe. Hollands kennis en kunde is wereldberoemd. Echt, vraag het de globetrotters: een kritische noot klinkt pas weer als zij landen op Schiphol.

Handelsgeest met kwaliteitsproduct

Product in combinatie met onze handelsgeest heeft de land- en tuinbouw in deze uitzonderlijke positie gebracht. Die export is niet vanzelfsprekend. Het is goed om ook hier af en toe bij stil te staan. Er liggen veel obstakels op het pad: afwijkende normen, keurings- en productiemethoden, tariefmuren.

Heldere afspraken noodzakelijk

Exportnatie Nederland heeft er alle belang bij om over de voorwaarden heldere afspraken te maken. In dat licht is het opmerkelijk dat juist in de landbouw de oppositie tegen handelsverdragen groeit. Zo keren agrarische vakbonden zich tegen een mogelijk verdrag van de Europese Unie en Verenigde Staten, de zogenoemde TTIP. Ook het handelsverdrag met Canada zou niet ondertekend mogen worden. Zonder de bezwaren tegen TTIP direct te willen wegwuiven: de Europese Unie is één groot handelsverdrag. Tussen de huidige lidstaten verschilden vroeger regels en normen ook.

Elkaars standaarden accepteren

Tegen onderhandelen kan geen bezwaar zijn. We moeten ons ook niet laten meeslepen in het spel van anti-kapitalistische groepen die met opportunistische termen als chloorkip angst inboezemen. Het gaat uiteindelijk om het resultaat. Hierin zullen voordelen zitten voor Europa, ook voor Nederland, zoals voor de zuivel-, groente- en fruitsector. Er kunnen afspraken worden gemaakt over acceptatie van elkaars standaarden. En ja, er zijn ook risico’s, zoals voor de vleessector. Hier liggen de werelden het verst uit elkaar. Juist op deze kwetsbare thema’s kenmerkt zich een goed of slecht verdrag. Hierop moet de energie dan ook zijn gericht, niet op het stopzetten van de onderhandelingen.