‘Natuurlijk zit hij er niet voor de boeren’

Een steen in de vijver, zo typeert staatssecretaris Van Dam zelf zijn kijk op de toekomst van het EU-landbouwbeleid, die hij dit weekend lanceerde.

Hij wil dat de inkomenssteun nog veel meer gekoppeld wordt aan maatschappelijk relevante doelen. De vanzelfsprekendheid van de subsidie moet er nog meer vanaf.

Krokodillentranen

Het is jammer dat de meeste discussie en verontwaardiging tot nu toe ging over zijn uitspraak ‘ik zit hier niet voor de boeren’. Dat zijn krokodillentranen. Natuurlijk zit een bewindsman er niet voor ‘de boeren’. Hij is geen belangenbehartiger, cliëntelisme is gelukkig een groot taboe in de Nederlandse politiek. Hij zit er voor de burgers van Nederland en voert landbouwbeleid uit, dat hij zelf mede vormgeeft. Dat is heel iets anders.

Zelf hun broek ophouden

De discussie moet gaan over de rol die de (Europese) overheid nog wil spelen in de landbouw. In Nederland is de heersende opvatting dat ondernemers, waaronder boeren, zelf hun broek op moeten houden. De overheid is er voor om die zaken die de markt niet ‘regelt’, maar die we wel belangrijk vinden, te waarborgen. Elders in Europa denkt men daar anders over, vandaar die steen in de vijver.

Prijsbeleid invoeren

Van Dam hamert bijna tot vervelens toe op het belang van innovatie, alsof dat de panacee is voor alle kwalen. Interessanter is zijn suggestie om weer prijsbeleid in te voeren als de prijzen té laag zijn. Laat het debat daar over gaan, in plaats van over de vraag of hij er wel of niet voor de boeren zit.