<em>Foto: Koos Groenewold</em> AlgemeenOpinie

‘Veranderend landschap: dat valt wel mee’

De zichtbare gevolgen van de afschaffing van de quotering zijn al achter de rug.

“Het agrarisch landschap zal de komende jaren wel fors veranderen, nu de melkquotering afgeschaft is”, aldus een collega. “Melkveehouders gaan massaal aan het bouwen, en de graskavels worden alsmaar groter.” Ik heb hem proberen uit te leggen dat die verandering al lang gebeurd is en dat er de komende jaren helemaal niet veel verwacht hoeft te worden. Toen bijna tien jaar geleden aangekondigd werd dat de melkquotering zou worden afgeschaft, is de melkveehouderij al gaan bouwen. Het kenmerkt ondernemers dat ze meteen gaan bewegen als er verandering wordt verwacht. Het resultaat is dat vrijwel alle boeren met opvolger een schaalsprong hebben gemaakt. Die sprong heeft geresulteerd in aanzienlijk meer melk in 2016, zoveel dat zelfs de zuivelindustrie op de rem is gaan staan. De massale nieuwbouw, minder koeien in de wei, nieuwe melkfabrieken, ze zijn allemaal in gang gezet vanaf 2008, toen duidelijk werd dat de quotering over zeven jaar zou ophouden te bestaan.

Kansen voor boeren

Collega’s volgen de ontwikkelingen in de landbouw niet dagelijks, en dus hebben ze geen benul van regelingen rond grondgebondenheid en fosfaatrechten. Zij weten dan ook niet dat die regelingen juist tot conservering van de bestaande situatie kunnen leiden. Toch vergt dat enige uitleg. Toen de melkquotering werd ingevoerd, in 1984, was de algemene vrees dat de ontwikkeling van de melkveehouderij stil zou vallen. Dat is niet gebeurd, omdat potentiële stoppers plotseling de mogelijkheid zagen om met een gouden handdruk, de verkoop van hun quotum, de sector te verlaten. De fosfaatrechten zouden eenzelfde werking kunnen hebben. Potentiële stoppers kunnen hun rechten vanaf 2017 te gelde maken en zo zorgen voor verdere bedrijfsvergroting bij de blijvers. Dat gaat gebeuren, de gebouwde stallen moeten uiteindelijk vol.

Voorbereiden op de toekomst

De vraag is echter of dat veel voor het landschap betekent. De stallen staan er immers al en de eigenaren zijn zich al jaren aan het voorbereiden op de toekomst. Daar komt bij dat de regeling voor grondgebondenheid verdere groei gaat afremmen. Intensieve bedrijven moeten bij groei een kwart of de helft van de extra fosfaat op eigen grond kunnen plaatsen. Het LEI denkt dat er maar een beperkt aantal van die groeiers zal zijn, zo’n 15%. De vraag naar grond zal toenemen, maar dat heeft landschappelijk niet veel gevolgen. Het zal vooral de grond zijn van de stoppers die hun fosfaatrechten verkocht hebben. Kortom, anders dan buitenstaanders vrezen, gaat er de komende jaren geen nieuwe ontwikkelslag in het Nederlandse landschap plaatsvinden. Of het moet al de bouw van extra verwerkingscapaciteit voor mest zijn.

Beheer
WP Admin