Krimpen kan lucht geven - Foto: Mark Pasveer AlgemeenOpinie

‘Krimpen kan lucht geven’

De veestapel is zo groot dat veehouders permanent onder spanning staan. Is minder vee toch beter?

Het gevecht om de derogatie past in het verhaal dat de veehouderij al sinds de jaren ‘80 opereert op het scherpst van de snede. Melkvee-, varkens-, pluimvee- en geitenhouders kruipen steeds verder naar of over de grenzen van wat de maatschappij accepteert. Of het nu gaat om milieu, dierenwelzijn, diergezondheid, volksgezondheid, antibiotica of landschap. De gevolgen voor het collectief zijn fnuikend: voortdurende kritiek, toenemende regeldruk, onzekerheid, affaires, spanningen met omwonenden en nu ook nog gedwongen krimp.

‘Sector, onderzoek en overheid werken al decennialang aan de problemen. Elk probleem wordt apart en technisch aangepakt’

Al decennialang werken de sector, het onderzoek en de overheid aan de problemen. Met wisselend succes. Elk probleem wordt apart en technisch aangepakt. Dat helpt wel, maar er is weinig samenhang en de kosten stijgen. Mestprobleem? Duurder, fosfaatarm veevoer en mestoverschotten afvoeren naar de verwerking of het buitenland. Ammoniak- en stankproblemen? Zodebemester aanschaffen en luchtfilters plaatsen. Fijn stof? Nog duurdere filters. Infectiegevaar? Strengere hygiëne, stallen compartimenteren, dieren vaccineren en antibiotica toedienen. Resistente bacteriën? Toch maar minder en soms duurdere antibiotica. Q-koorts? Vaccineren. Teveel broeikasgassen? Mestvergisters plaatsen en de overheid om subsidie vragen. Elke deeloplossing verhoogt de kosten verder.

‘Ik krijg steeds meer twijfels over deze aanpak. Kunnen we niet beter zoeken naar integrale, samenhangende oplossingen?’

Ik krijg steeds meer twijfels over deze aanpak. Kunnen we niet beter zoeken naar integrale, samenhangende oplossingen? Ik denk dan aan 1) een kleinere veestapel met minder milieudruk, 2) stallen verder van elkaar en van woonwijken en 3) niet nòg meer installaties en technieken, maar beter management van dieren, gras, mais en bodem. Bijvoorbeeld weerbaar vee met minder stress of koeien die twee lactaties langer meegaan.

‘Tast krimp het inkomen van veehouders aan? Ik vraag het me af’

Maar krimp tast toch het inkomen van veehouders aan? Dat vraag ik me af. Mijn hypothese:

1) Het inkomen van veel inputleveranciers gaat omlaag: banken en leveranciers van veevoer, farma, stallen en filters en mestsilo’s, -vergisters en -transporteurs. Er komen andere typen adviseurs die een kei zijn in management van dieren, grasland en mais. Zij werken louter voor de veehouder en hoeven niet zo nodig veevoer, farmaca of krediet te slijten.

2) Het inkomen van veehouders gaat juist omhoog, omdat ze fors kunnen besparen op inputkosten en installaties. Er zijn minder regels nodig, er komt minder kritiek en meer waardering.

Vergeet even de pleidooien voor een kleinere veestapel vanuit de milieubeweging. Laten we terdege onderzoeken of krimp ook niet beter is voor veehouders zelf.

Beheer
WP Admin