Politieke versnippering voor niemand goed

De PvdA is de grote verliezer van de Statenverkiezingen van woensdag. Is het een afstraffing voor het getalm met de melkveewet en, eerder al, de derogatie door staatssecretaris Sharon Dijksma? Uiteraard niet.

Deze ingewikkelde technische onderwerpen spreken de kiezers niet aan. Toch is de gedachte niet helemaal uit de lucht gegrepen. De sociaal-democraten hebben een aframmeling gekregen voor hun bestuurlijke opstelling. Ze hebben de compromissen die ze moesten sluiten met de liberalen weten te verkopen aan hun achterban.

Een linkse partij die toch een enigszins ondernemersvriendelijk beleid wil voeren, heeft het bij verkiezingen moeilijk, zo blijkt maar weer eens. En van die lijn is Dijksma, net als haar partij- en medebewindslieden Dijsselbloem en Asscher, een duidelijke exponent. Het zijn bestuurders. En juist zulke rasbestuurders vinden nu geen waardering.

Vanuit landbouwperspectief is het misschien verleidelijk om lekker-puh te zeggen. Verlies voor de socialisten, winst voor CDA, CU en SGP, de liberalen als grootste partij in de Eerste Kamer, dat klinkt veel boeren als muziek in de oren. Maar daar staat tegenover een verlies aan bestuurlijke slagkracht door de nog wankeler basis van het kabinet-Rutte in de Eerste Kamer. Versnippering is niet goed voor de effectiviteit van het bestuur. Daarbij mikt winnaar D66 op een ‘groener en duurzamer’ landbouw- en natuurbeleid. Hopelijk gaat deze partij, die zich van oudsher beroept op haar redelijkheid, zich toch vooral ook pragmatisch opstellen, zodat de boel niet helemáál stil komt te staan.