AlgemeenOpinie

Trekzalm vers van het land

Deze productie van trekzalm kan de wat kwakkelende economie van het Noorse binnenland een flinke boost geven.

Bij de presentatie twee weken geleden over trekzalmkweek zaten veel boeren uit de regio in de zaal. Zij wilden net als ik horen of deze kweek een stabiele tweede poot kan zijn. Een team van drie enthousiaste viskenners loodste ons door de kansen en, naar het in eerste instantie leek, onbegrensde mogelijkheden voor deze Norwegian Arctic Charr.

Onderzoekers werken aan de kweek van verbeterde versie trekzalm

Noorwegen produceert jaarlijks 650 ton zoetwatervis. Dat is bijna niets vergeleken met de productie van zoutwatersoorten als zalm, die gaat namelijk over de 950.000 ton. Nu zijn de ambities groot voor het kweken van zoetwatervis. De kenners zien een vertienvoudiging van de huidige productie! Deze productie kan een flinke boost geven aan de wat kwakkelende economie van het Noorse binnenland, waar dan bassins of installaties geplaatst moeten worden. Onderzoekers werken nu aan de kweek van een verbeterde versie van de trekzalm (Latijnse naam: Salvelinus alpinus), een meer homogene vis. Deze vis heeft vergeleken met zijn wilde neef een snellere groei, betere voeropname en voerbenutting, een later kuitmoment, betere vleeskwaliteit en betere ziekteafweer. Ook wordt in het onderzoek gekeken naar de meest optimale ‘behuizing’ voor de vis.

Te koude winters voor trekzalmkweek?

De presentatie gaat hoofdzakelijk over de beste manier van viskweek in zogenoemde merdannlegg. Dat zijn grote ringen van netten in het oppervlaktewater, waarin de kweekvis in scholen leeft, met volop vrije toevoer van fris water. Groot nadeel zijn de parasieten, die maar al te graag op de op elkaar gepakte vissen afkomen. Bovendien dreigt het gevaar dat als de netten door een ongeluk kapot gaan, de vissen ervandoor gaan. Het gevolg is dan vermenging van de wilde stammen met de gekweekte stammen. Een andere mogelijkheid is dan een doorstroominstallatie, waarbij vers water door de hele installatie stroomt om daarna weer de bassins te verlaten.

De viskenners hebben zich niet goed ingelezen in het klimaat van onze regio Tolga, want beide opties zijn in ons klimaat niet mogelijk. Alles zou kapotvriezen in onze winter, die wel zes maanden kan duren met kouderecords van rond min 40 graden.

Een goede derde optie noemden de kenners indoorbassins met recirculering van water. Dit betekent dat er 10 tot maximaal 15 procent verswatertoevoer is. Al bespeurde ik wel wat tegenzin bij de viskenners, indoorbassins zullen wel de duurste oplossing zijn.

Trekzalm kweken in lege mestput is onzin

De media roepen wel eens dat boeren die de stal leeg hebben, de kelder maar moeten laten vollopen met water voor het kweken van vis. Onzin natuurlijk. Maar er zijn wel praktijkvoorbeelden dat de binnenbaden goed werken. Belangrijk is dan wel de temperatuur optimaal in te stellen. 5,5 graad is voor de stamvissen de ideale temperatuur. Jonge vissen hebben warmer water nodig. De meest optimale temperatuur is 11 graden, maar dat is ook een temperatuur die bacteriën heel fijn vinden. Daarom wordt de temperatuur in de regel teruggeschroefd naar 8,5 graden.

Het programma zit nog volledig in de opstartfase. De viskenners konden niets zeggen over hoeveel het opstarten van de productie van trekzalm kost, en welke winsten de kweek genereert. Het kan een goede neventak zijn voor onze Østland-regio, waar de strijd om grond hevig is en de akkerbouwproductie begrensd wordt door een gebrek aan goede landbouwgrond. Ik vind het spannend, dus het thema trekzalmkweek wordt vervolgd!

Beheer
WP Admin